Bestuurlijke Samenvatting

Resultaat 2024

Deze paragraaf geeft het financieel resultaat van de jaarrekening 2024 in hoofdlijnen weer.

De jaarrekening 2024 sluit met een voordelig resultaat vóór bestemming van € 6,9 miljoen. Bijna het volledige resultaat, ongeveer € 6,7 miljoen, heeft betrekking op incidentele budgetten waarvan wordt voorgesteld om via resultaatbestemming voor 2025 in te zetten of in een specifieke bestemmingsreserve te storten.

Aanvankelijk was het saldo van de begroting, zoals die in het najaar van 2023 door de raad is vastgesteld (de zogenoemde primaire begroting) € 2,0 miljoen positief. In de loop van het jaar is de begroting meermaals door de raad bijgesteld op basis van een aantal ontwikkelingen en de hieruit voortvloeiende raads- en collegevoorstellen. Het laatste moment waarop de begroting in omvang en saldo is bijgesteld, was de Najaarsnota 2024. Toen werd in totaal een voordelig resultaat van € 1,6 miljoen verwacht. In onderstaand overzicht wordt het verloop vanaf de primaire begroting tot de uiteindelijke realisatie over 2024 in totalen weergegeven.

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

Lasten

Baten

Saldo

V/N

Primaire begroting

-170.402

172.356

1.954

V

Mutaties Voorjaarsnota 2024

-30.622

30.491

-131

N

Mutaties Najaarsnota 2024

-14.072

13.855

-217

N

Totaal begroot

-215.096

216.702

1.606

V

Jaarrekening 2024

-201.671

208.541

6.871

V

Verschil

13.425

-8.161

5.265

V

*) in de tabel kunnen afrondingsverschillen voorkomen

Analyse van het resultaat 2024 ten opzichte van het bijgestelde begrotingssaldo per Najaarsnota 2024

Het verschil tussen het jaarrekeningresultaat 2024 ten opzichte van de verwachting ten tijde van het opstellen van de Najaarsnota 2024 is € 5,3 miljoen. Onderstaand worden per subcategorie de belangrijkste afwijkingen benoemd. In de tabel daaronder is een gedetailleerdere analyse opgenomen.

Algemeen € 5,1 miljoen

Hierbij wordt veelal voorgesteld om deze middelen in 2025 alsnog beschikbaar te stellen door middel van resultaatbestemming. De drie grootste afwijkingen betreffen het restant op de personeelsbegroting (€1,8 mln.), het restant op de opvang ontheemden Oekraïne (€1,6 mln.) en een restant op de lokale aanpak isolatie (€1 mln.).

Grondexploitaties -/- € 1,8 miljoen

De afwijking op de grondexploitaties heeft met name te maken met de afwaardering van de grond aan het Emmapark. De resultaten op de grondexploitaties worden normaal direct verrekend met Algemene Reserve. In dit geval kon deze afwaardering op basis van formulering in het raadsbesluit omtrent het SCC d.d. 19 september 2024, alleen ten laste van het exploitatiesaldo worden gebracht.
Eind eerste kwartaal 2025 worden de grondexploitaties geactualiseerd met peildatum 1 januari 2025 aan de hand van de laatste inzichten.

Sociaal domein € 1,9 miljoen

Verderop in deze paragraaf is een uitgebreide toelichting gegeven op de resultaten binnen het sociaal domein.

Verschillentabel per categorie

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

Bedrag

V/N

Programma

Op de personeelsbudgetten is een bedrag van € 1,796 miljoen onbenut gebleven. Het voorstel is om conform het besluit bij de Najaarsnota 2024 om 100% van het overschot op de P-begroting aan de reserve Bedrijfsvoering te doteren.

1.796

V

div

Gemeenten ontvangen uit de "Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne" in 2024 een normbedrag per gemeentelijke opvangplek per dag. De kosten vallen lager uit. Bij de resultaatsbestmming wordt voorgesteld om het saldo van €1,623 mln in de Reserve Vluchtelingen en asielopvang beschikbaar te houden.

1.623

V

6

Er is in 2023 en 2024 per keer € 500.000 beschikbaar gesteld voor de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen. De bestedingen in zowel 2023 en 2024 zijn eerst ten laste gegaan van de rijksbijdragen. Bij de besluitvorming over het resultaat van de jaarrekening 2024 wordt daarom voorgesteld om het saldo toe te voegen aan de reserve "Energieneutrale gemeenten".

1.000

V

8

Saldi verschillende incidentele kleinere budgetten die meegenomen worden in de resultaatsbestemming.

316

V

div

Decembercirculaire algemene uitkering

300

V

10

Overige saldi verschillen die in het resultaat vallen

86

V

div

Saldo algemeen

5.121

V

Grondexploitaties

Er hebben hogere winstuitnames op grondexploitaties (niet-)bedrijventerreinen plaatsgevonden dan begroot (€1,561 mln.). Dit bedrag is toegevoegd aan de Algemene Reserve. Daarnaast is voor de voorziening 'Nadelige complexen' een bedrag van €0,735 mln. onttrokken aan de Algemene reserve. Dit heeft geen effect op het jaarrekeningsaldo.

0

-

1 & 2

Subsidies oudere jaren: Het voordeel van €540.000 is ontstaan vanuit vastgestelde subsidies van voorgaande jaren voor ruimte voor ruimte projecten. Er zijn veel aanmeldingen voor een nieuwe ronde ruimte voor ruimte. Het voorstel is om deze middelen via een resultaatsbestemming in te zetten voor de nieuwe ronde ruimte voor ruimte in 2025.

540

V

1

Met de gebiedsvisie Vrijenban is eind 2024 gestart en de werkzaamheden lopen door in 2025. Bij de besluitvorming over het resultaat van de jaarrekening 2024 wordt daarom voorgesteld om het saldo in 2025 door middel van resultaatbestemming beschikbaar te stellen.

115

V

1

De bestemming van de grond aan het Emmapark is gewijzigd voor het realiseren van het Sociaal Cultureel Centrum. De afwaardering van de grond wordt in de jaarrekening verwerkt en valt in het resultaat.

-2.426

N

1

Saldo grondexploitaties

-1.771

N

Sociaal domein

Het saldo op de Wmo-posten in 2024 is uiteindelijk lager dan de prognose die bij de najaarsnota is opgesteld. Verrekeningen van Wmo-posten over oude jaren zorgen voor het positieve saldo op het totaal van Wmo 2024. Er wordt voorgesteld om (een gedeelte van) dit saldo als resultaatbestemming binnen het sociaal domein beschikbaar te houden.

439

V

6 & 7

Jeugdhulp: De werkelijke kosten 2024 zijn weliswaar toegenomen ten opzichte van 2023 maar niet in de mate zoals die werd verwacht bij de Najaarsnota. Dit resulteert in een positief overschot. Er wordt voorgesteld om (een gedeelte van) dit saldo als resultaatbestemming binnen het sociaal domein beschikbaar te houden.

424

V

5, 6 & 7

Participatie: Voor het jaar 2024 is de rijksbijdrage BUIG hoger uitgevallen dan verwacht.

613

V

7

In 2024 is ook weer de energietoeslag verstrekt en afgerond. Van de rijksbijdrage die hiervoor is ontvangen blijft een saldo van € 482.000 over. Dit overschot op de begroting wordt veroorzaakt doordat de gemeente de uitvoeringslasten die onderdeel zijn van de rijksbijdrage, voor eigen rekening heeft genomen. Er wordt voorgesteld om dit saldo als resultaatbestemming binnen het sociaal domein beschikbaar te houden.

482

V

7 en 10

Overige saldi verschillen die in het resultaat vallen

-43

N

Saldo Sociaal domein

1.915

V

Totaal verschil begroting en jaarrekeningresultaat

5.265

V

Grondexploitaties, materiële vaste activa en strategisch vastgoed

Winstuitname

Onderstaande analyse is gebaseerd op de totale winstuitname binnen de grondexploitatie en niet gebaseerd op het verschil tussen najaarsnota en jaarrekening. In de notitie grondbeleid in de begroting en jaarstukken (2023) van de commissie BBV zijn de regels voor tussentijds winstnemen beschreven. Voor winstneming geldt de “percentage of completion”-methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd moet tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen.

Er zijn vier grondexploitaties die een positief geprognotiseerd resultaat hebben. De grondexploitaties Bedrijvenpark Heron, Boezem-Oost, Oostambacht en Pijnacker-Zuid voldoen aan de voorwaarden en om die reden hebben wij teveel genomen winst in het verleden gecorrigeerd voor Bedrijvenpark Heron voor € 152.000 en winst genomen voor Boezem-Oost, € 577.000, voor Tuindershof, € 1.158.000, en voor Pijnacker-Zuid € 1.888.000. In de paragraaf Grondbeleid staat uitgebreide informatie over de grondexploitaties.

Sociaal Domein 2024

Het financieel resultaat sociaal domein over het boekjaar 2024 bedraagt € 1,9 mln. positief. Dit betreft zowel de oude taken sociaal domein als nieuwe taken die in 2015 naar de gemeente zijn overgekomen. In dit overzicht zijn de kosten voor de inzet van personeel (uren) niet opgenomen.

Bedragen in €

Begroot

Uitputting

Saldo

Programma

Wmo

12.132.587

11.693.641

438.946

6 & 7

Jeugd

20.143.851

19.719.493

424.358

5, 6 & 7

PGB Wmo HH

136.000

142.000

-6.000

7

PGB Wmo BG

172.000

194.000

-22.000

7

PGB Jeugd BG

377.000

392.000

-15.000

7

Participatie

3.224.446

2.129.886

1.094.560

7

Totaal

36.185.884

34.271.020

1.914.864

Wmo

In de maatwerkvoorzieningen Wmo stijgen de kosten voor Hulp bij het huishouden en Begeleiding. Bij hulp bij het huishouden neemt het aantal inwoners dat gebruik maakt van deze voorziening net als de afgelopen jaren toe. De kostenstijging over 2024 als gevolg hiervan bedraagt € 170.000. Verrekeningen van Wmo-posten over oude jaren met een saldo van € 608.000 zorgen voor het positieve saldo op het totaal van Wmo 2024.

In de besluitvorming over het jaarrekeningresultaat wordt voorgesteld om dit saldo binnen het sociaal domein beschikbaar te houden.

Jeugd

De begroting is in de Najaarsnota 2024 met € 1.000.000 naar boven bijgesteld, op basis van de prognoses die op dat moment beschikbaar waren (dekking vanuit de bestemmingsreserve Sociaal Domein). De werkelijke kosten 2024 zijn weliswaar toegenomen ten opzichte van 2023 maar niet in de mate zoals die werd verwacht bij de Najaarsnota. Dit resulteert in een positief overschot. De stijging in de kosten wordt naast de indexatie, hoofdzakelijk veroorzaakt door een stijging van de gemiddelde kosten per inwoner. Over het geheel genomen is het aantal inwoners dat gebruik maakt van Jeugdhulp nagenoeg gelijk aan 2023.

In de besluitvorming over het jaarrekeningresultaat wordt voorgesteld om het positieve saldo binnen het sociaal domein beschikbaar te houden.

Participatie

Binnen Participatie vormen de bijstandsuitkeringen qua omvang het grootste onderwerp. Dit wordt bekostigd uit de rijksbijdrage BUIG. De BUIG is bedoeld voor de betaling van de uitkeringen en loonkostensubsidies. Het uitgangspunt is dat de BUIG toereikend is om de uitkeringslasten te betalen. Mutaties in het uitkeringenbestand van de gemeente worden door het Rijk verwerkt in de hoogte van BUIG. Hier zit echter een jaar vertraging in (t-1). In 2023 pakte dit ongunstig uit voor onze gemeente en eindigden we met een tekort op de BUIG. We hebben hierop geanticipeerd door het budget op te hogen uit eigen middelen. Voor het jaar 2024 is de rijksbijdrage BUIG hoger uitgevallen dan verwacht. Dit resulteert in 2024 in een positief saldo dat in het resultaat vrijvalt.

In 2024 is ook weer de energietoeslag verstrekt en afgerond. Van de rijksbijdrage die hiervoor is ontvangen blijft een saldo van € 482.000 over. Dit overschot op de begroting wordt veroorzaakt doordat de gemeente de uitvoeringslasten die onderdeel zijn van de rijksbijdrage, voor eigen rekening heeft genomen. Omdat de inzet op deze regeling beslag heeft gelegd op de capaciteit voor de reguliere taken van de bijstandsconsulenten, is er op dit taakveld een achterstand in de werkzaamheden ontstaan. We stellen daarom voor om deze middelen beschikbaar te houden binnen het Sociaal domein. Hiermee kan een inhaalslag gemaakt worden op de werkzaamheden.

Reserve Sociaal domein

Om in de kosten van incidentele uitgaven binnen het sociaal domein te voorzien en een zo zuiver mogelijk beeld te krijgen van de jaarlijkse reguliere lasten is een reserve sociaal domein gevormd. Nagekomen resultaten van voorgaande jaren en incidentele lasten worden ook zoveel mogelijk met deze reserve verrekend.

De stand van de reserve op 1 januari 2024 bedroeg € 4,1 miljoen. Gedurende 2024 is € 1,0 miljoen aan de reserve toegevoegd vanuit het resultaat op de jaarrekening 2023 en vanuit overige kapitaaloverdrachten en regionale middelen. Onttrekkingen zijn gedaan voor een bedrag van € 1,5 miljoen voor de bijstelling van de budgetten bij de Najaarsnota en voor kosten die zijn gemaakt voor de invoer van maatregelen inzake kostenbeheersingsmaatregelen en projectmatige activiteiten. De reserve sluit in 2024 op een saldo van € 3,6 miljoen.

Investeringsbudgetten

In onderstaand overzicht worden de begrote lasten en baten (subsidies) van de investeringsbudgetten aangegeven ten opzichte van hetgeen is gerealiseerd. Op basis van deze informatie kan het bruto en netto uitvoeringspercentage van de investeringen worden bepaald.

(bedragen x € 1.000)

Begroot

Realisatie

%

Saldo

Lasten (bruto investering)

46.153

31.786

69

14.367

Baten (subsidies)

1.250

1.566

125

-316

Netto investering

44.903

30.220

67

14.683

Uit het overzicht blijkt dat in 2024 netto 67% van de voorgenomen uitgaven ten laste van de investeringsbudgetten is gerealiseerd. Dit percentage is lager dan vorig jaar.

In de afzonderlijke programma’s is bij het onderdeel ‘Investeringen’ een toelichting opgenomen van de belangrijkste afwijkingen. Tevens is daarbij aangegeven welke investeringsbudgetten afgesloten kunnen worden en welke doorgeschoven dienen te worden naar 2025.

Voorstel voor resultaatbestemming

a. Een bedrag van € 71.500 te bestemmen voor niet uitgevoerde werkzaamheden voor de realisatie van het weidevogelkerngebied;

b. Een bedrag van € 58.000 te bestemmen voor niet uitgevoerde projecten uit het programma water en klimaat 2021-2024;

c. Een bedrag van € 43.000 te bestemmen voor de inzet op een gezonde leefstijl in 2025;

d. Een bedrag van € 61.700 te bestemmen voor niet uitgevoerde werkzaamheden voor de inrichting van de Oude Polder;

e. Een bedrag van € 93.900 te bestemmen voor de inzet van de duurzaamheidscoach voor bedrijventerreinen;

f. Een bedrag van €1.000.000 te bestemmen voor verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen en deze toe te voegen aan de reserve Energieneutrale gemeenten;

g. Een bedrag van € 48.280 te bestemmen voor de bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek;

h. Een bedrag van € 63.000 te bestemmen voor het voorkomen van stapeling van sociale en maatschappelijke problemen als gevolg van de hoge inflatie;

i. Een bedrag van € 482.000 voor uitvoeringslasten energietoeslag te bestemmen voor inzet binnen het sociaal domein, waarbij 50% van het bedrag toegevoegd wordt aan de bestemmingsreserve Sociaal Domein en 50% als personeelsbudget in 2025;

j. Een bedrag van €457.751 te bestemmen voor inzet binnen het sociaal domein en het bedrag toe te voegen aan de bestemmingsreserve Sociaal Domein;

k. Een bedrag van €97.500 te bestemmen voor uitvoeringscapaciteit binnen het lokaal onderwijsbeleid in 2025;

l. Een bedrag van € 52.000 te bestemmen voor niet uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de Kinderopvangtoeslag affaire;

m. Een bedrag van € 1.795.540 als gevolg van het overschot op de P-begroting te bestemmen voor de reserve Bedrijfsvoering;

n. Een bedrag van 106.000 te bestemmen voor nog niet uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de Wet Open Overheid;

o. Een bedrag van € 1.623.000 te bestemmen voor de reserve Vluchtelingen en asielopvang;

p. Een bedrag van € 115.000 te bestemmen voor uitvoering van de gebiedsvisie Vrijenban;

q. Een bedrag van €540.000 te bestemmen voor een nieuwe ronde ruimte-voor-ruimte projecten in 2025.

Toelichting op de voorstellen tot bestemming resultaat

a. Uitvoering weidevogelkerngebied

In december 2024 zijn de eerste werkzaamheden voor de realisatie van het weidevogelkerngebied van start gegaan. Het project wordt naar verwachting afgerond in het voorjaar van 2025. In het oorspronkelijke budget was in 2024 en 2025 een bedrag van €71.500 opgenomen. Omdat er in 2024 voor het projectdeel van de gemeente nog geen werkzaamheden zijn uitgevoerd, wordt voorgesteld om het budget 2024 van € 71.500 door te schuiven naar 2025.

b. Niet uitgevoerde projecten Programma water en klimaat 2021-2024

In het Programma water en klimaat 2021-2024 is eenmalig budget opgenomen voor onderhoud aan twee stuwen, kwaliteitsbaggeren en CoP klimaatadaptatie. Met het Hoogreemraadschap van Delfland zijn hier afspraken over gemaakt. Deze projecten zijn in 2024 niet gerealiseerd. Het voorstel is om dit budget naar 2025 door te schuiven.

c. Inzet gezonde leefstijl

In 2024 is door de raad een bedrag van € 50.000 ter beschikking gesteld t.b.v. het lokaal gezondheidsbeleid (LGB). Er zijn ook vanuit de Brede SPUK middelen door het Rijk beschikbaar gesteld. In 2024 is geïnvesteerd in het opzetten en de uitvoering van de vijf verplichte ketenaanpakken en hier ook de middelen vanuit Brede SPUK op ingezet. Het voorstel is om de resterende lokale middelen in 2025 te besteden aan activiteiten die nu in het LGB zijn opgenomen en doorlopen in 2026/2027.

d. Inrichting Oude Polder

Het budget voor de inrichting van de oude polder is deels besteed, omdat de werkzaamheden meer tijd vragen en doorlopen in 2025. Het voorstel is om het restantbudget van €62.000 in 2025 beschikbaar te stellen voor de afronding van de werkzaamheden.

e. Duurzaamheidscoach bedrijventerreinen

In 2024 zijn minder aanvragen voor de duurzaamheidscoach gedaan dan van tevoren verwacht. We stellen voor om in 2025 met de bedrijfscoaching door te gaan op basis van gemiddeld één gesprek per week. Dit is reactief, dus alleen als er om gevraagd wordt door bedrijven. We verwachten dat er meer behoefte gaat ontstaan als de impact van netcongestie bij ondernemers duidelijk gaat worden. 

f. Extra budget verduurzaming slecht geïsoleerde woningen

De raad heeft bij het vaststellen van het isolatiesubsidieplafond extra budget van €1 mln. beschikbaargesteld bovenop de Specifieke uitkering (SPUK-LAI). Alle aanvragen kunnen gedekt vanuit de SPUK-LAI, deze loopt tot 2028. De verwachting is dat het extra budget pas nodig is aan het einde van de SPUK-LAI regeling. We maken immers in eerste instantie gebruik van de SPUK-gelden. Het voorstel is om het bedrag van € 1 mln. aan de bestemmingsreserve "Energieneutrale gemeenten" toe te voegen.

g. Bijzondere bijstand: alleenverdienersproblematiek

In de septembercirculaire 2024 is er € 48.280 uit het gemeentefonds toegekend voor financiële ondersteuning aan huishoudens met één kostwinner die als gevolg van een slechte samenloop van verschillende inkomensregelingen onder het bestaansminimum uitkomen. Deze middelen zijn in 2024 nog niet ingezet maar zijn wel nog steeds nodig voor het doel waarvoor deze zijn toegekend. Bij de besluitvorming over de jaarrekening wordt daarom voor dit bedrag een voorstel voor resultaatbestemming gedaan zodat deze middelen in 2025 alsnog beschikbaar zijn.

h. Bijzondere bijstand en vroegsignalering

In het kader van bestaanszekerheid zijn in de septembercirculaire 2023 incidenteel middelen beschikbaar gesteld om een stapeling van sociale en maatschappelijke problemen als gevolg van de hoge inflatie te voorkomen. Deze middelen dienen in 2025 als dekking voor tijdelijke inzet op dit dossier. Het voorstel is om het restantbedrag van €63.000 hiervoor beschikbaar te stellen.

i. Energietoeslag

Met de uitvoering van bijzondere bijstand is ook de energietoeslag verstrekt. Deze regeling is in 2024 afgerond en ten opzichte van de rijksbijdrage die hiervoor is ontvangen resteert een saldo van € 482.000. Dit is veroorzaakt doordat de gemeente de uitvoeringslasten die onderdeel zijn van de rijksbijdrage, voor eigen rekening heeft genomen. Omdat de inzet op deze regeling beslag heeft gelegd op de capaciteit voor de reguliere taken van de bijstandsconsulenten, is er op dit taakveld een achterstand in de werkzaamheden opgelopen. Bij de besluitvorming over de jaarrekening 2024 wordt daarom voorgesteld om dit bedrag van € 482.000 beschikbaar te houden binnen het sociaal domein: voor 50% als personeelsbudget 2025 om daarmee een inhaalslag te kunnen maken op deze werkzaamheden en voor 50% binnen de bestemmingsreserve sociaal domein.

j. Saldo op budgetten Sociaal Domein

Na de tussentijdse bijstellingen bij de voorjaars- en najaarsnota 2024 resteert er een saldo op de budgetten Jeugd, Wmo en Participatie. Door dit saldo toe te voegen aan de bestemmingsreserve sociaal domein worden deze middelen beschikbaar gehouden binnen het sociaal domein. Het voorstel is om het saldo van ca €457.751 toe te voegen aan de bestemmingsreserve sociaal domein.

k. Lokaal onderwijsbeleid

Het overschot ontstaat doordat het budget voor uitvoeringscapaciteit niet volledig is ingezet in 2024.

l. Uitvoering KOT-regeling

Per jaareinde is een saldo getrokken van het totaal aan lasten dat voor vergoeding in aanmerking komt met daarbij opgeteld een vergoeding voor de handelingen waarvoor door het Rijk normbedragen verstrekt worden. De normbedragen hebben o.a. betrekking op de vergoeding voor kosten van het opstellen van een plan van aanpak en nazorg. Over 2024 resteert een saldo van € 52.000. Hiervoor volgen in een later stadium nog kosten waardoor dit bedrag in 2025 beschikbaar moet blijven. Daarom wordt voorgesteld om het saldo in 2025 door middel van resultaatbestemming beschikbaar te stellen.

m. Storting overschot P-begroting in de reserve Bedrijfsvoering

Het voorstel is conform het besluit bij de Najaarsnota 2024 om 100% van het overschot op de P-begroting aan de reserve Bedrijfsvoering te doteren. Dit wijkt eenmalig af van de reguliere methode om 10% van het overschot op het team Ontwikkeling en 50% van de overige afdelingen toe te rekenen aan de reserve Bedrijfsvoering. Het saldo is van €1,796 mln. bepaald door: salarislasten en inhuurkosten (ecl's 1.1, 1.2 en 3.0) als uitgangspunt te nemen. Kosten voor de voorziening RVU zijn hier niet in meegenomen.

n. Onderuitputting Wet Open Overheid

Op het budget voor de Wet Open Overheid (WOO) is een onderbesteding van €106.000 gerealiseerd. Dit heeft met name te maken met een krappe bezetting en de uitdagende arbeidsmarkt. Eind 2024 is gestart met de uitvoering van het meerjarig implementatieplan dat doorloopt in 2025 en 2026. Het voorstel is om het restantbedrag in 2025 beschikbaar te stellen voor de verdere uitvoering van het implementatieplan WOO.

o. Noodopvang vluchtelingen en asielopvang

Gemeenten ontvangen uit de "Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraine" in 2024 een normbedrag per gemeentelijke opvangplek per dag. De normvergoeding is hoger dan dat de kosten die gemaakt zijn. Voorgesteld wordt om het overschot (€ 1.623.000) toe te voegen aan de bestemmingsreserve 'Vluchtelingen en asielopvang'.

p. Gebiedsvisie Vrijenban

Met de gebiedsvisie Vrijenban is eind 2024 gestart en de werkzaamheden lopen door in 2025. Daarom wordt voorgesteld om het saldo in 2025 door middel van resultaatbestemming beschikbaar te stellen.

q. Ruimte voor ruimte

Ruimte voor ruimte is een langjarig proces dat steeds in rondes wordt uitgevoerd. Zodra er een groep ondernemers is die hun bedrijf wil beëindigen, wordt een nieuwe ronde gestart. Dit maakt het voor ondernemers financieel mogelijk om het bedrijf te stoppen en levert ruimtelijke kwaliteitswinst op. Er zijn veel aanmeldingen voor een nieuwe ronde ruimte voor ruimte. Daarom starten we in 2025 een nieuwe ronde. Het voorstel is om het overschot aan subsidie op de projecten Lint Oude Leede en Katwijkerbuurt in te zetten om deze ronde ruimte voor ruimte uit te voeren.

Na resultaatbestemming wordt per saldo € 214.000 toegevoegd aan de algemene reserve.

Vermogenspositie

De stand van de algemene reserve (na bestemming van het resultaat) was op 31 december 2023 € 70,3 miljoen. In het boekjaar 2024 is de algemene reserve afgenomen met € 6,9 miljoen tot een bedrag per 31 december 2024 van € 63,3 miljoen. De overige reserves zijn toegenomen met € 3,1 miljoen tot een bedrag van € 141,0 miljoen, waardoor het totale eigen vermogen (exclusief het jaarrekeningresultaat) van de gemeente per 31 december 2024 € 204,4 miljoen bedraagt.

In de jaarrekening is een overzicht van de afzonderlijke mutaties op de reserves en voorzieningen opgenomen in de toelichting op de balans.

Onderstaande grafiek geeft het verloop van het vermogen in totaal en op onderdelen weer over de periode 2017 tot en met 2024. Een overzicht van mutaties in reserves is opgenomen in het onderdeel ‘Jaarrekening’. In het totaal vermogen is geen rekening gehouden met het bestemmen van het resultaat 2024, anders dan het toevoegen aan de algemene reserve.

Weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en weerstandsratio

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

In de paragraaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing' is een benodigde weerstandscapaciteit berekend van € 13.385.436.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Weerstand

Bedrag €

Algemene reserve weerstandsvermogen

63.345.013

Resultaat jaarrekening (onbestemd)

6.870.782

Totale weerstandscapaciteit

70.215.796

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

€ 70.215.796

5,25

Benodigde weerstandscapaciteit

€ 13.385.436

Een ratio weerstandsvermogen van 5,25 wordt beoordeeld als 'uitstekend' en is gebaseerd op de normtabel van de Universiteit Twente.

Schuldomvang en ontwikkeling van de netto schuldquote

In 2024 is de totaalschuld van de gemeente afgenomen. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel de totale schuldomvang bedraagt per 31 december 2024.

Schuldomvang per 31-12-2024 ( x € 1.000)

Leningenportefeuille

54.754

Vordering schatkistbankieren en overige rekeningen-courant

84.031

Schuldomvang

-29.277

De schuldomvang is voor het derde achtereenvolgende jaar negatief, hetgeen wil zeggen dat tegen over de langlopende schulden een hoger bedrag aan liquide middelen aanwezig is.