Lokale heffingen
1.1 Inleiding
De paragraaf lokale heffingen bevat, conform het BBV, een overzicht van inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, de lokale lastendruk en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
In de Gemeentewet en een aantal bijzondere wetten is geregeld welke heffingen (belastingen en retributies) de gemeente mag heffen.
In de gemeente Pijnacker-Nootdorp werden in 2022 de volgende gemeentelijke heffingen geheven:
onroerendezaakbelastingen;
afvalstoffenheffing;
rioolheffing;
hondenbelasting;
toeristenbelasting;
leges.
Voor 2022 was de totale opbrengst van de gemeentelijke heffingen geraamd op € 26,528 miljoen. De werkelijke opbrengst bedroeg € 26,555 miljoen. In onderstaande grafiek is per onderdeel aangegeven wat het aandeel in de opbrengsten in 2022 was.
De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor de verschillende heffingen vast. Uitgangspunt bij tariefsverhogingen van belastingen is dat de autonome meeropbrengst gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor 2022 was dit 1,3% op inkomsten en 1,4% voor de uitgaven. De onroerende-zaak belasting voor woningen en niet-woningen, honden- en toeristenbelasting zijn met de inflatiecorrectie voor inkomsten verhoogd. Voor de retributies (gemeentelijke diensten tegen betaling, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges) geldt de index op uitgaven van 1,4%. Daarnaast is bij de begrote opbrengst ook rekening gehouden met de uitbreiding van 400 woningen. De begrote opbrengsten zijn hiervoor met 1,8% verhoogd. Voor de retributies geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten die samenhangen met het leveren van de diensten. De gemeente Pijnacker-Nootdorp hanteert het standpunt dat de rechten daar waar mogelijk 100% kostendekkend zijn. Bij de verschillende heffingssoorten wordt hierop teruggekomen.
1.2 Onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges
1.2.1 Onroerendezaakbelastingen (OZB)
OZB zijn belastingen die geheven worden over in de gemeente gelegen onroerende zaken. De hoogte van de aanslag OZB wordt bepaald door de WOZ-waarde, waarop vrijstellingen van toepassing kunnen zijn. Voor de OZB van belastingjaar 2022 is de WOZ-waarde bepaald naar de waardepeildatum 1 januari 2021. OZB zijn zogenaamde tijdstipbelastingen; bepalend voor de belastingplicht is de situatie op 1 januari van het belastingjaar. Veranderingen na 1 januari, zoals verkoop van een onroerende zaak of een verhuizing, hebben geen invloed op de belastingheffing.
Bij de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen, maar ook voor eigenaren en gebruikers. Er zijn daardoor verschillende soorten aanslagen OZB, namelijk:
OZB voor eigenaren van niet-woningen;
OZB voor gebruikers van niet-woningen;
OZB voor eigenaren van woningen.
1.2.1.2 Belastingjaar 2022
Over 2022 bedraagt de gerealiseerde OZB-opbrengst € 10,765 miljoen. Dit is € 148.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat enkele nieuwbouwwoningen meer waarde vertegenwoordigen dan de gemiddelde waarde van de woningen waarbij in de begroting rekening is gehouden. De volledigheidscontrole moet nog plaatsvinden.
Voor de OZB niet-woning is een bedrag aan € 92.000 voor het eigendom en € 64.000 voor het gebruik meegenomen als nog op te leggen aanslagen.
1.2.1.3 Belastingjaren 2021 en oudere jaren
Na de volledigheidscontrole is per saldo € 91.354 opgelegd aan Onroerende-zaak belastingen over het belastingjaar 2021. Als 'nog op te leggen' was een bedrag van € 47.765 opgenomen. Dit resulteert in een meeropbrengst van € 43.589 voor belastingjaar 2021.
Voor het belastingjaar 2020 is naar aanleiding van de volledigheidscontrole nog een meeropbrengst van €79.346,74 gerealiseerd.
1.2.2 Afvalstoffenheffing
De opbrengst van de afvalstoffenheffing dient ter dekking van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. De geraamde baten mogen niet uitgaan boven de geraamde lasten. De kosten in verband met bedrijfsafval brengt de gemeente niet in rekening via belastingheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten.
De afvalstoffenheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De grondslag voor de afvalstoffenheffing is het aantal personen per huishouden. Op basis van het uitgangspunt de vervuiler betaalt kent de gemeente een gedifferentieerd tarief, namelijk voor:
een éénpersoonshuishouden;
een tweepersoonshuishouden;
een meerpersoonshuishouden.
In 2022 was de begrote opbrengst van de afvalstoffenheffing € 7,660 miljoen. Ten tijde van het opstellen van de begroting was nog niet bekend dat de begrote areaaluitbreiding niet gerealiseerd kan worden. Hierdoor is uitgegaan van een te hoog aantal woningen bij de opstelling van de primitieve begroting. De werkelijke opbrengst voor belastingjaar 2022 bedroeg € 7,626 miljoen.
1.2.2.2 Volledigheidscontrole belastingjaren 2020 en 2021
Voor het belastingjaar 2020 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 3.169 aan aanslagen afvalstoffenheffing opgelegd. Dit bedrag kan worden aangeduid als een meer-opbrengst op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2020.
Voor het belastingjaar 2021 is vanuit de volledigheidscontrole een bedrag van € 5.862 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meeropbrengst gegenereerd van € 2.327 op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2021.
1.2.2.3 Kwijtschelding afvalstoffenheffing
Voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing was een bedrag begroot van € 197.397. De werkelijke kwijtschelding was € 173.510, waarvan € 8.062 betrekking had op 2021 en eerder. Hierdoor zijn de kwijtscheldingskosten € 23.886 minder dan begroot.
1.2.2.4 Kostendekkendheid afvalstoffenheffing
Bij de begroting 2022 is tijdens de raad van 4 november 2021 een amendement aangenomen waarbij de index op de inkomsten voor de afvalstoffenheffing is gecorrigeerd naar 1,3%. Hierdoor is de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing begroot op 97,6%.
Voor de kostendekkendheidberekening voor het product afval is de kostenonderbouwing als volgt:
Kostentoerekening per onderdeel | Toerekening |
DVO Avalex | 100% |
Exploitatie inzamelen middelen | 100% |
Straatvegen | 25% |
Straatreiniging | 25% |
Personeelskosten | 100% |
BTW-verrekening | max. €1.1 mln. |
Kwijtscheldingen | 100% |
Overhead | 100% |
De gerealiseerde opbrengst, kosten en kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing is als volgt:
De kostendekkendheid op het product afvalstoffenheffing is 99,0%
bedragen * € 1.000 | directe kosten | directe kosten (afdrachten) | indirecte kosten (overhead) | subsidie overige inkomsten | opbrengsten | kosten dekking realisatie |
---|---|---|---|---|---|---|
Primitieve begroting 2022 | 1.413 | 6.703 | 157 | 296 | 7.777 | 97,6% |
Realisatie 2022 | 1.534 | 6.653 | 33 | 501 | 7.632 | 99,0% |
1.2.3 Rioolheffing
De opbrengsten rioolheffing dient voor het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor de watertaken. Deze watertaken zijn het inzamelen en transporteren van huishoudelijk afvalwater, het inzamelen en transporteren van bedrijfsafvalwater en het inzamelen en verwerken van hemelwater. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen. Bij de begroting mag de opbrengst van de rioolheffing niet meer zijn dan de kosten. Als in de jaarrekening blijkt dat er meer opbrengsten zijn dan kosten, wordt deze meeropbrengst in een egalisatiereserve gestort.
De rioolheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De rioolheffing van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een afvoerrecht waarbij tariefdifferentiatie mogelijk is. Op deze wijze wordt enigszins gevolg gegeven aan het principe dat de vervuiler betaalt. Het tarief is voor een waterverbruik tot 400 m³ (voor huishoudens) gelijk. Boven dit verbruik geldt voor iedere 50 m³ afgevoerd afvalwater of een gedeelte daarvan boven 400 m³ een opslag. Deze opslag geldt voor de zogenaamde grootverbruikers.
De uitvoering van de gemeentelijke watertaken is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In februari 2022 is het (huidige) GRP 2022-2025 vastgesteld. Conform dit GRP zijn de tarieven voor 2022 berekend naar een kostendekkendheidpercentage van 100%.
Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2022 zijn de tarieven vastgesteld.
In 2022 was de begrote opbrengst voor de rioolheffing € 5,321 miljoen. Gebleken is dat de areaaluitbreiding waarmee in de begroting rekening is gehouden niet is gerealiseerd. De werkelijke opbrengst van de rioolheffing bedraagt € 5,293 miljoen. Dit betekent dat er een bedrag van € 28.000 minder is opgelegd. Aan de andere kant zijn er minder kwijtscheldingen verleend, waardoor er per saldo een meer-opbrengst is van € 28.000
1.2.3.2 Volledigheidscontrole belastingjaren 2020 en 2021
Voor het belastingjaar 2020 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van €7.009 aan aanslagen rioolheffing opgelegd. Daar staat tegenover dat er ook ten onrechte opgelegde aanslagen zijn ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 4.316 op de rioolheffing voor belastingjaar 2020.
Voor het belastingjaar 2021 is in totaal € 18.255 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 13.802 op de rioolheffing voor belastingjaar 2021.
1.2.3.3 Kwijtschelding rioolheffing
Voor kwijtschelding was een bedrag begroot van € 175.226. De werkelijke kwijtschelding was € 119.963 waarvan € 5.839 betrekking had op 2020 en eerder. Hierdoor zijn de kwijtscheldingskosten € 55.262 minder dan begroot.
1.2.3.4 Kostendekkendheid rioolheffing
De kostendekkendheid van het product rioolheffing was bij de begroting 100 %. In 2022 waren er minder kosten en is een bedrag uit de voorziening opgenomen. Voor de kostendekkendheidberekening voor het product riolering is de kostenonderbouwing als volgt:
Kosten per onderdeel | Toerekening |
Riolering algemeen | 100% |
Rioolgemalen | 100% |
Vrijval riolering | 100% |
Drukriolering | 100% |
Reparaties drukriolering | 100% |
Grondwater | 100% |
Lasten rioolheffing | 100% |
Personeel uren | 100% |
BTW exploitatie | 100% |
BTW investeringen | (max 300.000) |
Kwijtscheldingen | 100% |
Voorziening rioleringen | 100% |
Voorziening baggeren (75%) | 75% |
Straatreiniging (25%) | 25% |
Overhead (75%) | 75% |
De gerealiseerde opbrengst, kosten en kostendekkendheid van de rioolheffing is als volgt:
De kostendekkendheid op het product rioolheffing is 100%
bedragen * € 1.000 | directe kosten (loon + materiaal) | directe kosten (afdrachten) | indirecte kosten (overhead) | Subsidie Overige inkomsten | opbrengsten | kosten-dekking realisatie |
---|---|---|---|---|---|---|
Primitieve Begroting 2022 | 4.502 | 592 | 248 | 20 | 5.322 | 100% |
Realisatie 2022 | 4.713 | 576 | 109 | 86 | 5.312 | 100% |
1.2.4 Leges
De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers allerlei diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor gemaakt worden in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt.
De leges zijn onder te verdelen in drie titels:
titel 1 Algemene dienstverlening (burgerzaken en overige leges);
titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (bouwleges);
titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (horeca, evenementen en overige).
De tarieven voor 2022 zijn, waar mogelijk, berekend op 100% kostendekkendheid.
Bij de begroting is rekening gehouden met aanvragen voor een omgevingsvergunning van in totaal 400 woningen. Bij de najaarsnota is de begrote opbrengst reeds aangepast omdat is gebleken dat de begrote areaaluitbreiding niet gerealiseerd zou worden. Van de geplande 400 omgevingsvergunningen zijn er uiteindelijk voor 165 woningen aanvragen voor een omgevingsvergunning afgehandeld. Voor de op dit moment geplande projecten geldt, dat we de bouw van betaalbare woningen versnellen. Hierdoor zijn de gemiddelde bouwkosten per woning lager dan waarmee bij de begroting rekening is gehouden. Per saldo betekent dit dat er € 281.329 minder aan bouwleges is opgelegd dan (nader) begroot.
1.2.4.2 Kostendekkendheid leges
De kostendekkendheid van de leges, per titel, is als volgt:
Kostendekkendheid Leges Titel 1 (bedragen in €) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Titel 1 Algemene Dienstverlening | |||||
Hoofdstuk | omschrijving | lasten | baten | kostendekkendheid | |
1 | Burgerlijke stand | 28.467 | 24.349 | 85,53% | |
2 | Reisdocumenten | 450.891 | 445.198 | 98,74% | |
3 | Rijbewijzen | 188.347 | 184.396 | 97,90% | |
4 | Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen | 23.187 | 22.553 | 97,27% | |
7 | Overige publiekszaken | 16.543 | 16.022 | 96,85% | |
8 | Gemeentearchief | 6.091 | 6.042 | 99,20% | |
9 | Huisvestingswet | 3.488 | 3.398 | 97,42% | |
13 | Telecommunicatie | 34.378 | 25.305 | 73,61% | |
14 | Verkeer en vervoer | 7.894 | 3.587 | 45,44% | |
15 | Diversen | 1.588 | 1.518 | 95,59% | |
Totaal Titel 1 | 760.874 | 732.368 | 96,25% |
Kostendekkendheid leges titel 2 (bedragen in €) | |||
---|---|---|---|
Titel 2 Fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | |||
Omschrijving | lasten | baten | Kosten-dekkendheid |
Omgevingsvergunningen | 2.493.976 | 2.051.248 | 82,25% |
Kostendekkendheid leges titel 3 (bedragen in €) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn | |||||
Hoofdstuk | Omschrijving | lasten | baten | kosten-dekkendheid | |
1 | Horeca | 1.622 | 1.349 | 83,17% | |
2 | Organiseren evenementen | 4.745 | 4.228 | 89,10% | |
3 | Marktgelden | 51.653 | 45.249 | 87,60% | |
4 | Standplaatsengelden | 1.096 | 996 | 90,88% | |
6 | Huisvesting | 1.624 | 1.547 | 95,26% | |
5 | In deze titel niet benoemde beschikkingen | 2.134 | 1.325 | 62,09% | |
Totaal Titel 3 | 62.874 | 54.694 | 86,99% |
Kostendekkendheid leges totaal (bedragen in €) | lasten | baten | kosten- dekkendheid |
---|---|---|---|
Totaal kostendekkendheid leges | 3.317.724 | 2.838.310 | 85,55% |
1.3 Hondenbelasting en toeristenbelasting
1.3.1 Hondenbelasting
De hondenbelasting is een algemene belasting. Dit houdt in dat de gemeente vrij is in de bepaling van de opbrengst. Er hoeft dus geen relatie met de kosten te zijn. De hondenbelasting in Pijnacker-Nootdorp kent een progressief tarief. Dit houdt in dat voor een tweede en derde hond een hoger tarief geldt dan voor de eerste hond.
Op 5 november 2021 heeft uw raad een motie aangenomen waarin het college wordt verzocht de tarieven van de hondenbelasting in 2022 zodanig te verlagen, dat de totale opbrengst met €80.000,- wordt gereduceerd. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2022 zijn de tarieven overeenkomstig deze motie vastgesteld. Er waren in 2022 meer honden aangemeld dan voorgaande jaren, waardoor de opbrengst voor de hondenbelasting € 2.705 hoger is dan begroot.
In het kader van de heffing van hondenbelasting was het beleid om jaarlijks een deel van de gemeente door een gespecialiseerd bedrijf te laten controleren op het houden van honden. Op 7 juli 2022 heeft uw raad een motie aangenomen waarin het college wordt verzocht de hondenbelasting per 1 januari 2023 af te schaffen. In verband met deze motie is de controle in 2022 niet uitgevoerd en is aan het gecontracteerde bedrijf een afkoopsom betaald van € 900,-.
1.3.2 Toeristenbelasting
De toeristenbelasting wordt geheven van personen die tegen betaling verblijf houden in de gemeente, maar die niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. De gemeente kan de aanslag toeristenbelasting opleggen aan degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Alleen de belastingen over het 4e kwartaal kunnen pas in het volgende jaar worden berekend en opgelegd, omdat dan pas het aantal overnachtingen bekend is.
In 2022 is primair een bedrag begroot van € 208.035. De aangiften voor het 4e kwartaal zijn op het moment van het opstellen van deze jaarrekening nog niet allemaal ontvangen zodat een bedrag van € 26.620 wordt meegenomen als nog op te leggen toeristenbelasting.
Voor 2022 zijn de tarieven met 1,3% inflatiecorrectie verhoogd. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2022 zijn de tarieven vastgesteld.
1.4 Kwijtscheldingsbeleid
Als een belastingplichtige niet in staat is de belastingaanslag te voldoen, kan gedeeltelijke of gehele kwijtschelding van gemeentelijke belastingen worden verleend. De gemeente Pijnacker-Nootdorp verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Kwijtschelding voor kleine ondernemers en ZZP-ers is niet mogelijk. De gemeente hanteert de zogenaamde 100%-bijstandsnorm. Dit betekent dat aan iemand kwijtschelding wordt verleend als zijn besteedbaar inkomen gelijk is aan, of lager is dan de bijstandsnorm. Voor belastingplichtigen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt als normdrag 100% van de AOW-norm. Binnen de landelijke beleidsvrijheid betekent dit dat er een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid wordt gevoerd.
1.4.1 Administratieve lastendruk verlagen
Om de administratieve lastendruk te verlagen is een contract afgesloten bij de Stichting Inlichtingenbureau. Dit is een informatieknooppunt, ingesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor gemeenten. Deze stichting kan voor de gemeente toetsen of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Dit is gebeurd voorafgaand aan de aanslagoplegging voor degene die in 2021 kwijtschelding hebben ontvangen, maar ook voor belastingschuldigen die via de website van de gemeente kwijtschelding aanvragen. Via de website worden dan een aantal vragen gesteld. Afhankelijk van de antwoorden kan automatische toetsing plaatsvinden. Dit heeft als voordeel dat een belastingschuldige niet alle gegevens hoeft aan te leveren en er snel op een verzoek kan worden beslist. Pas als blijkt dat er bijzondere omstandigheden van toepassing zijn volgt het verzoek om stukken te overleggen. Aan 347 belastingschuldigen is op deze wijze in 2022 automatisch kwijtschelding verleend.
Er zijn in totaal, naast bovengenoemde automatische kwijtschelding, 343 verzoeken om kwijtschelding ingediend, waarvan er 177 al dan niet gedeeltelijk, zijn toegewezen.
Het totale kwijtscheldingsbedrag was voor 2022 geraamd op € 372.623. In 2022 is een bedrag van € 294.504 aan belastingen kwijtgescholden waarvan € 13.901 betrekking had op belastingaanslagen voor eerdere belastingjaren.
In verband met de affaire rond de kinderopvangtoeslag zijn 6 aanslagen van gedupeerde ouders kwijtgescholden voor een totaalbedrag van € 11.823,69. Deze kosten worden niet binnen de belastingadministratie verwerkt maar worden gedeclareerd bij het Rijk.
1.5 Lokale lastendruk en beleidsindicatoren
Hieronder treft u een overzicht aan van de diverse tarieven van de omliggende gemeenten in vergelijking met de tarieven van onze gemeente:
Tarieven in de regio 2022 | Pijnacker-Nootdorp | Delft | Lansingerland | Leidschen-dam-Voorburg | Midden-Delfland | Rijswijk |
---|---|---|---|---|---|---|
OZB: | ||||||
Eigendom woning | 0,0843% | 0,0967% | 0,0896% | 0,0711% | 0,1149% | 0,0837% |
Eigendom niet-woning | 0,2353% | 0,3041% | 0,4625% | 0,3986% | 0,2335% | 0,5384% |
Gebruik niet-woning | 0,1674% | 0,2474% | - | - | 0,1676% | - |
Afvalstoffenheffing: | ||||||
1-persoonshuishouden | 276 | 256 | 248 | 318 | 270 | 359 |
Meerpersoons-huishouden | 378 | 401 | 309 | 385 | 358 | 475 |
Rioolheffing: | 228 | 248 | 257 | 180 | 209 | 196 |
(De tarieven zijn afgerond op gehele euro’s.) bron: COELO
1.5.1 Beleidsindicatoren:
1.6 Toekomstige ontwikkelingen
1.6.1 Kwijtscheldingsbeleid
Met ingang van belastingjaar 2022 is voor belastingschuldigen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt het normbedrag voor de kosten van bestaan worden bepaald op 100% van de AOW-norm.
In september 2022 zijn de 'Nadere regels voor kwijtschelding voor gemeenten en waterschappen' vervangen door de 'Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden'. In de nieuwe regeling is opgenomen dat bij verordening kan worden afgeweken van artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 (kosten van bestaan). Tevens biedt de regeling de mogelijkheid om bij verordening af te wijken van artikel 12, tweede lid, onderdeel d van de Uitvoeringsregeling voor wat betreft het totaalbedrag van de financiele middelen. Uw raad heeft op 26 januari 2023 de 'Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023' vastgesteld waardoor vanaf het belastingjaar 2023 de verruiming van de regelgeving kan worden toegepast bij de behandeling van de verzoeken om kwijtschelding gemeentelijke belastingen.
1.6.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB)
De nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van aannemers ten opzichte van particuliere en professionele opdrachtgevers uitgebreid. De wet gaat gefaseerd in. Er wordt gestart met de eenvoudigere bouwprojecten, daarna volgen eventueel de meer complexere. De inwerkingtreding van de WKB is opnieuw uitgesteld. In een brief aan de Tweede en Eerste Kamer heeft minister De Jonge op 26 januari 2023 aangegeven dat er meer tijd nodig is om de implementatie op een zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden. In de brief noemt de minister 1 januari 2024, afhankelijk van de digitale systemen, als mogelijke datum voor inwerkingtreding.
De inwerkingtreding van deze wet zal gevolgen hebben voor de leges die nu nog geheven worden voor de behandeling van aanvragen voor een omgevingsvergunning. Met name de grondgebonden woningen vallen onder de noemer 'eenvoudige bouwprojecten'. Diverse instanties zijn het er nog niet over eens of de gemeenten voor de ruimtelijke component leges kunnen blijven heffen. Wij houden de ontwikkelingen in de gaten. Op een later moment zullen de andere bouwwerken volgen.