Algemene uitkeringen en overige uitkeringen Gemeentefonds

De inkomsten algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn voor de primaire begroting 2023 bepaald aan de hand van de informatie uit de meicirculaire 2022 en de samenstelling van de gemeente zoals die verwacht werd per 1 januari 2023. Weergegeven in gemeente specifieke maatstaven bepaalt de samenstelling van de gemeente de hoogte van de inkomsten uit het gemeentefonds. Dit in combinatie met de mutaties in het gemeentefonds zelf; het macrobedrag dat via de algemene uitkering wordt uitgekeerd. Het aantal maatstaven waarmee de uitkering per gemeente bepaald wordt, bedraagt ruim 30 stuks. Vijf van deze maatstaven bepalen gezamenlijk al meer dan de helft van de totale uitkering. Bij het bepalen van de inkomsten algemene uitkering in de primaire begroting 2023 werd bij deze vijf maatstaven uitgegaan van de volgende aantallen:

Maatstaven in aantallen

per 01-01-2023 in primaire begroting

Werkelijk per 01-01-2023

aantal inwoners

57.487

57.672

inwoners < 18 jaar

13.270

13.339

aantal bijstandsontvangers

444

465

aantal woonruimten

22.539

22.451

aantal personen met ene migratieachtergrond

7.718

8.502

De inkomsten algemene uitkering van primaire begroting tot realisatie 2023:

Bedragen * € 1.000

primaire begroting

bijstellingen

bijgestelde begroting

realisatie 2023

afwijking

Algemene uitkering gemeentefonds

79.065

4.786

83..851

85.333

1.482

De bijstellingen zijn mede gebaseerd op informatie uit de september- en decembercirculaire 2022, de mei- en septembercirculaire 2023 en de actualisaties van de maatstafhoeveelheden.

Op hoofdlijnen kunnen de afwijkingen op de begrote mutaties op de inkomsten als volgt worden gepresenteerd:

Onderwerp

bedragen * € 1.000

Accres

3.724

Uitkeringsbasis en hoeveelheidsverschillen

487

Ruimte onder het BCF plafond

327

taakmutaties

258

overig

-10

Totaal van gewijzigde inkomstenraming

4.786

Toelichting op de grootste bijstellingen van de begrote baten

Bij elke circulaire is de gemeenteraad geïnformeerd over de uitkomsten. De grootste mutaties worden nog kort toegelicht.

De grootste wijziging ten opzichte van de primaire begroting 2023 komt voort uit de wijziging van het accres. Na het opstellen van de primaire begroting 2023 (najaar 2022) zijn gemeenten in maart 2023 geïnformeerd over de accressen waarmee verwachting kon worden gehouden bij de voorjaarsnota's. Er was enge tijd onduidelijkheid in hoeverre gemeenten werden gecompenseerd voor inflatie en dat is bij de verschillende circulaires en P&C producten verwerkt tot het totaal in deze jaarrekening.

De uitkeringsbasis en de hoeveelheidsverschillen hebben betrekking op de landelijke aantallen (=basis) en het aandeel daarin van onze gemeente. Als gevolg van de overgang naar het nieuwe verdeelstelsel per 1-1-2023 zijn er met name in de meicirculaire grote hoeveelheidsverschillen te zien. Dit is het gevolg van de invoering van nieuwe maatstaven met een andere wegingsystematiek waardoor deze niet één op één vergeleken konden worden met de oude maatstaven. Onder de noemer Uitkeringsbasis is dit geland in de algemene uitkering onder het nieuwe verdeelstelsel.

Van het deel van het btw compensatiefonds waarvan de fondsbeheerder verwacht dat dit niet uitgekeerd hoeft te worden, vloeit een bedrag terug naar de gemeenten. Hiervan is in de septembercirculaire 2023 een voorschot verstrekt dat afweek van het vaste bedrag waarmee rekening mocht worden gehouden in de begroting.

Onder taakmutaties worden toevoegingen aan de algemene uitkering verstaan die zijn bestemd voor door het Rijk aan gemeenten overgedragen taken. Voorbeelden hiervan zijn middelen voor beleid op energiearmoede, armoedebeleid en de nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslag. Een aantal van deze mutaties uit de diverse circulaires zijn in eerste instantie als stelpost in de begroting gereserveerd in afwachting van een bestedingsvoorstel. De grootste posten op deze stelpost:

taakmutaties

Bedragen x € 1,-

ingezet/vrijval

Versterking gemeentelijke dienstverlening (POK middelen)

214.574

ingezet

Inburgering

140.485

ingezet

Wet Open Overheid

154.000

ingezet

Toelichting op de grootste bijstellingen van de gerealiseerde baten

De afwijking op de uiteindelijke inkomsten algemene uitkering zijn veroorzaakt door de uitkomsten van de decembercirculaire 2023. De gevolgen van deze circulaire kunnen begrotingstechnisch niet meer in het lopend jaar worden verwerkt waardoor er een verschil ontstaat tussen begrote en werkelijke inkomsten.

Onderwerp

bedragen * € 1.000

Energietoeslag

1.414

Invoeringskosten Omgevingswet

275

overig

-207

Totaal van gewijzigde inkomstenraming

1.482

De belangrijkste mutaties uit de decembercirculaire betreffen een vergoeding van € 1.414.000 voor de uitkering van energietoeslagen en een vergoeding van € 275.000 voor invoeringskosten van de Omgevingswet. Voor beide onderwerpen wordt bij de besluitvorming over deze jaarrekening voorgesteld om het deel van deze middelen dat niet in 2023 is besteed door middel van resultaatbestemming alsnog beschikbaar te stellen in 2024.

Afrekeningen oude jaren

Voor de uitkeringsjaren 2020-2022 hebben gedurende het jaar 2023 afrekeningen plaatsgevonden. Definitieve aantallen van landelijke en gemeentelijke maatstafgegevens hebben tot deze verrekeningen geleid. Hiervoor wordt een jaarlijks vast bedrag aan baten opgenomen in de begroting maar juist omdat het gaat om informatie waarover afstemming met instanties als het CBS een grote doorlooptijd vraagt is het vooraf niet in te schatten wat de hoogte van de uiteindelijke afrekeningen wordt.