Algemene uitkeringen en overige uitkeringen Gemeentefonds

De inkomsten algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn voor de primaire begroting 2024 bepaald aan de hand van de informatie uit de meicirculaire 2023 en de samenstelling van de gemeente zoals die verwacht werd per 1 januari 2024. Weergegeven in gemeente specifieke maatstaven bepaalt de samenstelling van de gemeente de hoogte van de inkomsten uit het gemeentefonds. Dit in combinatie met de mutaties in het gemeentefonds zelf; het macrobedrag dat via de algemene uitkering wordt uitgekeerd. Het aantal maatstaven waarmee de uitkering per gemeente bepaald wordt, bedraagt ruim 30 stuks. Vijf van deze maatstaven bepalen gezamenlijk al meer dan de helft van de totale uitkering. Bij het bepalen van de inkomsten algemene uitkering in de primaire begroting 2024 werd bij deze vijf maatstaven uitgegaan van de volgende aantallen:

Maatstaven in aantallen

per 01-01-2024 in primaire begroting

Werkelijk per 01-01-2024

aantal inwoners

58.552

57.932

inwoners < 18 jaar

13.244

13.131

aantal bijstandsontvangers

437

464

aantal woonruimten

22.775

22.658

aantal personen met een migratieachtergrond

8.373

8.837

De inkomsten algemene uitkering van primaire begroting tot realisatie 2024:

Bedragen * € 1.000

primaire begroting

bijstellingen

bijgestelde begroting

realisatie 2024

afwijking

Algemene uitkering gemeentefonds

88.610

1.830

90.440

90.742

302

De bijstellingen zijn gebaseerd op informatie uit de september- en decembercirculaire 2023, de mei- en septembercirculaire 2024 en de actualisaties van de maatstafhoeveelheden.

Op hoofdlijnen kunnen de afwijkingen op de begrote mutaties op de inkomsten als volgt worden gepresenteerd:

Onderwerp

bedragen * € 1.000

Accres inclusief incidentele compensatie

707

Uitkeringsbasis en hoeveelheidsverschillen

-297

Ruimte onder het BCF plafond

985

Incidentele vergoedingen en taakmutaties

737

Totaal van gewijzigde inkomstenraming (bijstelling + afwijking)

2.132

Toelichting op de grootste bijstellingen van de begrote baten

Bij elke circulaire is de gemeenteraad geïnformeerd over de uitkomsten. De grootste mutaties worden nog kort toegelicht.

Het accres 2024 is na het opstellen van de primaire begroting 2024 bijgesteld bij de septembercirculaire 2023 en de meicirculaire 2024. Bij de meicirculaire 2024 resulteerde dit in een forse neerwaartse bijstelling. Met ingang van die circulaire is de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds toegepast. Waar eerder trap-op-trap-af werd gehanteerd om mee te bewegen met de rijksbegroting, is besloten om per direct het nieuwe 8-jaars historisch gemiddelde van het bruto binnenlands product toe te passen. Oorspronkelijk was de afspraak om dit pas per 2027 te doen. Door hier al in 2024 mee te beginnen is het accres 2024 lager dan eerder in de Miljoenennota 2024 was gepresenteerd hetgeen in een lager accres resulteert. Voor 2024 (en 2025) staat hier een incidentele compensatie tegenover. Samen met de positieve accresmutatie uit de septembercirculaire leidde dit tot een toename van de inkomsten algemene uitkering ten opzichte van de primaire begroting 2024.

De uitkeringsbasis en de hoeveelheidsverschillen hebben betrekking op de landelijke aantallen en het aandeel daarin van onze gemeente. Aan de ene kant wijken de landelijke volumes van de maatstafeenheden af van waarmee eerder werd gerekend waardoor de maatstafgewichten (euro's) van de eenheden toe- of afnemen. Tegelijkertijd muteren de inkomsten voor onze gemeente doordat de verwachte aantallen waarmee wij bij het opstellen van de primaire begroting hebben gerekend in werkelijkheid ook afwijken.

Van het deel van het btw compensatiefonds waarvan de fondsbeheerder verwacht dat dit niet uitgekeerd hoeft te worden, vloeit een bedrag terug naar de gemeenten. Hiervan is in de septembercirculaire 2024 een voorschot verstrekt dat afweek van het vaste bedrag waarmee rekening mocht worden gehouden in de begroting.

Onder taakmutaties worden toevoegingen aan de algemene uitkering verstaan die zijn bestemd voor door het Rijk aan gemeenten overgedragen taken. Voorbeelden hiervan zijn middelen voor de uitvoeringskosten van de Omgevingswet, beleid op armoede en onderzoek naar de uitvoering van de Spreidingswet. Een aantal van deze mutaties uit de diverse circulaires zijn in eerste instantie als stelpost in de begroting gereserveerd in afwachting van een bestedingsvoorstel of worden in de jaarrekening opgenomen in een voorstel voor resultaatbestemming in 2025. Hier zaten ook een aantal incidentele vergoedingen tussen. De grootste posten:

taakmutaties

Bedragen x € 1,-

ingezet/vrijval

Uitvoeringskosten Omgevingswet

189.972

ingezet

Werkdrukverlaging jeugdbescherming/niet beoogde kosten

102.348

ingezet

Meerkosten Oekraïne sociaal domein

68.420

ingezet

Spreidingswet

54.986

ingezet

Dienstverlening gemeente aanpak armoede

50.681

ingezet

Alleenverdienersproblematiek

48.280

ingezet

Toelichting op de afwijking ten opzichte van de bijgestelde begroting

De afwijking van € 302.000 op de uiteindelijke inkomsten algemene uitkering is veroorzaakt door de uitkomsten van de decembercirculaire 2024. De gevolgen van deze circulaire kunnen begrotingstechnisch niet meer in het lopend jaar worden verwerkt waardoor er een verschil ontstaat tussen begrote en werkelijke inkomsten.

Afrekeningen oude jaren

Voor de uitkeringsjaren 2021-2023 hebben gedurende het jaar 2024 afrekeningen plaatsgevonden:

Bedragen * € 1.000

primaire begroting

bijstellingen

bijgestelde begroting

realisatie 2024

afwijking

Algemene uitkering gemeentefonds afrekening oude jaren

150

378

528

635

107

Definitieve aantallen van landelijke en gemeentelijke maatstafgegevens hebben tot deze verrekeningen geleid. Hiervoor wordt een jaarlijks vast bedrag aan baten opgenomen in de begroting maar juist omdat het gaat om informatie waarover afstemming met instanties als het CBS een grote doorlooptijd vraagt is het vooraf niet in te schatten wat de hoogte van de uiteindelijke afrekeningen wordt.