Algemene omschrijving
Dit programma bestaat uit drie onderdelen:
Bestuur;
Samenwerkingverbanden;
Dienstverlening.
Dit programma gaat zowel over de voorwaarden voor het bestuur om zijn wettelijke en autonome taken te kunnen uitvoeren en om de bestuurlijke en politieke ambities te kunnen realiseren als over onze dienstverlening.
Wat wilden we bereiken ?
Een krachtig bestuur en een effectief en efficiënt werkende dienstverleningsorganisatie
Goede democratische besluitvorming
Onze positie in de Metropoolregio is benut
De publieksdienstverlening is naar tevredenheid van inwoners en ondernemers
1. Zorgen voor goede besluitvorming in de gemeenteraad en het college en in verbinding met de samenleving
2. Deelnemen aan, benutten en bewaken van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
3. Doorontwikkelen van de (digitale) dienstverlening
Besturen doen we niet alleen, maar altijd samen met anderen en vooral met organisaties die een rol spelen in de samenleving; onze maatschappelijke partners. In dit programma komen verschillende onderdelen van samenwerking aan de orde. Onder meer:
Hoe de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders met elkaar omgaan;
De verplichtingen over en weer van de gemeente aan de ene kant en ondernemers en maatschappelijke organisaties aan de andere kant;
Een evenwichtige relatie met individuele inwoners, waarbij het op de eerste plaats gaat om dienstverlening.
Het bestuur van onze gemeente werkt niet geïsoleerd. Gelet op de geografische ligging is dat ook niet mogelijk. Op alle beleidsterreinen is sprake van maatschappelijke samenhang, die weinig rekening houdt met gemeentegrenzen. Samenwerking tussen gemeenten is essentieel en soms verplicht. De specifieke positie van Pijnacker-Nootdorp in de regio willen we zo goed mogelijk benutten voor onze inwoners en de metropoolregio.
Onze dienstverlening laat zich zien als een dynamisch proces dat zich constant aanpast aan de eisen van de tijd. Dit betekent dat wij onze dienstverlening continu aanpassen aan wat de inwoner en de samenleving nodig heeft. Hoe klanten onze dienstverlening ervaren wordt bepaald vanaf het allereerste contactmoment. Een succesvolle digitale gemeentelijke dienstverlening is hierbij essentieel.
Goede democratische besluitvorming
De raad van Pijnacker-Nootdorp heeft op 24 april 2018 het Hoofdlijnenakkoord 2018-2022 “Verder in verbinding; iedereen doet mee en woont prettig in een duurzaam en veilig Pijnacker-Nootdorp” vastgesteld. De ambities en afspraken die opgenomen waren in dit hoofdlijnenakkoord, zijn in september 2018 door het college uitgewerkt in een Uitvoeringsagenda 2018-2022, waarin stond voor welke aanpak werd gekozen om tot resultaten te komen. Halverwege de raadsperiode, in 2020, hebben college en raad samen de balans opgemaakt via een midterm review. De midterm review liet zien, dat verreweg de meeste van de in 2018 gemaakte afspraken tussen raad en college, voor de eerste helft van de vorige bestuursperiode waren nagekomen. De geleverde inspanningen hadden geresulteerd in een reeks startnotities, gevolgd door diverse beleidsnota’s en bijbehorende uitvoeringsprogramma’s.
In maart 2022 waren er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen en is de vorige bestuursperiode afgerond met een eindevaluatie van de volledige Uitvoeringsagenda 2018-2022. De Evaluatienota is begin 2022, nog voor de verkiezingen door het college aan de raad aangeboden. Net als bij de midterm in 2020 was de conclusie bij de eindevaluatie dat de meeste van de bij de midterm review gemaakte afspraken zijn nagekomen. Veel programma’s en plannen zijn inmiddels uitvoering en lopen volgens planning door in de komende jaren, zoals de realisatie IKC’s en binnensport. Grote projecten als de Groenzoom en Ackerswoude, maar ook de invoering van HNI en investeringen in buitensportfaciliteiten zijn nagenoeg voltooid en afgerond. Pijnacker-Nootdorp loopt voorop met een vastgestelde omgevingsvisie, heeft een energietransitieplan vastgesteld en de implementatie van de kostenbeheersingsmaatregelen in het sociaal domein lijkt haar vruchten af te werpen.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn iedere vier jaar een moment waarop een nieuwe gemeenteraad aantreedt en kaders stelt voor een nieuwe bestuursperiode. Bij eerdere verkiezingen was gebleken dat de nieuwe raad behoefte heeft aan overdrachtsinformatie. Een overdrachtsdossier helpt de raad om, naast de politieke ambities van de verschillende raadsfracties, rekening te houden met lopende dossiers, afspraken die daarover zijn gemaakt in de programmabegroting, de staat van de gemeente en trends en ontwikkelingen die op ons afkomen. Ter informatie heeft de raad direct na de gemeenteraadsverkiezingen het Overdrachtsdossier 2022 ontvangen. Ten behoeve van het voornemen van de raad om een bestuursakkoord op te stellen zijn in dit overdrachtsdossier de hoofdlijnen geschetst van ontwikkelingen die onze gemeente aangaan. Het dossier vroeg aandacht voor de hoofdzaken en is een hulpmiddel gebleken -zonder advies voor de te volgen richting- bij het opstellen van het nieuwe raadsakkoord.
Het raadsakkoord op hoofdlijnen 2022-2026, "Bouwen aan de toekomst" is tot stand gekomen met medewerking van acht van de negen fracties in de gemeenteraad. De raad heeft het nieuwe raadsakkoord op 15 juni 2022 vastgesteld. Bij de vaststelling heeft de raad het college de opdracht gegeven om de ambities en afspraken uit het raadsakkoord uit te werken in een Uitvoeringsagenda 2022-2026, inclusief financiële onderbouwing. Het raadsakkoord beschrijft onze ambities binnen het ruimtelijk en sociaal domein en afspraken per begrotingsprogramma met opdrachten aan het college. Die afspraken en opdrachten zijn in de Uitvoeringsagenda 2022-2026 uitgewerkt in programmadoelstellingen en acties met concrete activiteiten voor de meerjarenbegroting. Hiermee werken raad en college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp in deze bestuursperiode voor de derde termijn op rij samen vanuit een breed gedragen afsprakenkader. In de gemeente is de raad het hoogste besluitvormende orgaan. De raad stelt kaders en geeft opdracht aan het college vanuit dualisme. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering en de raad controleert of datgene wat beoogd is ook gerealiseerd is. Dat betekent dat er sprake is van een samenspel tussen ons als raad en het college.
Onze positie in de Metropoolregio is benut
Voor onderwerpen die de gemeentegrenzen overschrijden werken we samen in regioverband. Belangrijkste motieven voor regionale samenwerking zijn, dat het leven van onze inwoners niet stopt bij de gemeentegrenzen en om de krachten te bundelen: samen staan we sterker. Op sommige onderdelen is het wettelijk verplicht, zoals bij participatie in de arbeidsmarktregio. Sommige samenwerkingsverbanden zijn vrijwillig in de vorm van een gemeenschappelijke regeling (GR). In 2014 maakten 23 gemeenten binnen de metropoolregio Rotterdam-Den Haag de keuze voor regionale samenwerking. De regionale samenwerking MRDH werd bekrachtigd met een gemeenschappelijke regeling met twee kerntaken: het versterken van het economisch vestigingsklimaat en het verbeteren van de bereikbaarheid.
Elke nieuwe gemeenteraadsperiode stelt het bestuur van de MRDH een regionale strategische agenda vast, van waaruit de regionale vraagstukken worden opgepakt. In juli 2019 heeft het algemeen bestuur van de MRDH de Strategische Agenda ‘Samen aan het werk’ vastgesteld, die nog het hele jaar 2022 van kracht was en het kader vormde voor de MRDH begroting 2022 en de inhoudelijke jaarplanning 2022. Gedurende het jaar 2022 heeft de MRDH samen met de 23 gemeenten wel gewerkt aan de actualisatie van de strategische agenda. Op 16 december heeft het AB MRDH de concept ontwerp Strategische Agenda MRDH 2023-2026, "Met elkaar, voor elkaar" vrijgegeven voor zienswijze. Definitieve vaststelling wordt verwacht in het tweede kwartaal 2023.
De afgelopen jaren heeft de MRDH al laten zien dat samenwerken loont en dat dit tot zichtbare resultaten leidt. In november 2022 is in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) afgesproken dat het rijk ruim 4 miljard gaat investeren in nieuwe infrastructuur in de metropoolregio, om de bereikbaarheid te verbeteren. De MRDH gebruikt deze bijdrage onder meer om het samenloopdeel van de E-lijn en de lijnen 3 en 4 te verbeteren. Hiermee kan in 2030 de frequentie van de E-lijn omhoog naar 12 ritten per uur. Bovendien wordt ruim 100 kilometer metropolitane fietsroutes gerealiseerd waaronder twee routes door onze gemeente, van Den Haag naar Pijnacker en van Delft via Oude Leede naar Rotterdam. In juli 2022 is de samenwerkingsovereenkomst voor de snelfietsroute Delft-Rotterdam Alexander ondertekend. Daarbij is het schetsontwerp van deze route uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp met een geactualiseerde financiële raming. In 2022 is ook de snelfietsroute Den Haag-Pijnacker verder uitgewerkt. De samenwerkingsovereenkomst voor deze route wordt in 2023 verwacht. Het streven is om beide routes in 2026 gereed te hebben. 2022 stond ook deels in het teken van het herstel na de coronacrisis. Het aantal ov-reizigers is nog altijd niet op het niveau van 2019. De maatregelen om de gevolgen van de coronacrisis voor het openbaar vervoer op te vangen zijn opgenomen in het Regionaal Transitieprogramma Ov en corona. Het Transitieprogramma bevat interne maatregelen bij de ov-bedrijven, innovatieve maatregelen om gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren en vervoerkundige maatregelen die vervolgens zijn opgenomen in de dienstregeling voor 2022. Voor onze gemeente hadden de maatregelen onder andere als gevolg dat frequentieverhoging van de E-lijn en buslijn 455 niet is doorgegaan en ritten in avond en weekenduren werden geschrapt.
Om het economisch vestigingsklimaat te versterken hebben wij in 2022 actief geparticipeerd binnen de MRDH bij het opstellen van de strategie werklocaties, module bedrijventerreinen. Tijdens verschillende bijeenkomsten en gesprekken hebben we de visie van onze gemeente op het gebied van bedrijventerreinen gedeeld en kunnen verwerken in de regionale strategie. Ook hebben we tijdens verschillende bijeenkomsten en brainstormsessies input geleverd aan de inmiddels vastgestelde strategie werklocaties van de MRDH. Daarnaast dragen we bij aan de pilotprojecten in het kader van ‘Next Economy bedrijventerreinen’ met het gebiedsgerichte omgevingsprogramma de Boezem, waarvoor wij in 2022 via de MRDH een planvormingssubsidie hebben ontvangen van €50.000,-.
De publieksdienstverlening is naar tevredenheid van inwoners en ondernemers
Publieksdienstverlening omvat een breed scala aan activiteiten: van meldingen van verhuizingen tot het doorgeven van overlijden, van reserveringen voor het voltrekken van een huwelijk tot het aanvragen van nieuwe identiteitsbewijzen. Daarnaast kunnen inwoners, ondernemers en instellingen zich ook tot de gemeente richten voor het zoeken naar informatie of het stellen van een vraag. Gemeenten zijn vaak de meest nabije overheid. Zowel letterlijk, waar het gaat om de leefomgeving van mensen, als figuurlijk, waar het gaat om benaderbaarheid en uitvoering van beleid dat direct de levens van inwoners en ondernemers raakt. Publieksdienstverlening is een kerntaak van de gemeente. Diensten worden via verschillende kanalen geleverd. Dat kan zoals vanouds aan de balie, schriftelijk, telefonisch, maar ook steeds vaker digitaal. Ons doel is de digitale dienstverlening klantgericht te versterken en maatwerk te bieden waar nodig, ook in de vorm van persoonlijk contact.
In 2015 heeft de raad de ‘Visie op de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening’ vastgesteld vanuit het principe ‘Digitaal waar het kan, persoonlijk waar nodig’. Daarmee wordt informatie digitaal in het gehele werkproces verwerkt. Wat niet digitaal is wordt digitaal gemaakt, zodat workflow analyse van informatie toegepast kan worden. De verschillende kanalen zijn met elkaar verbonden. Daardoor bestaat een goed beeld welke kanalen inwoners, organisatie en ondernemers gebruiken. De inrichting van de dienstverleningskanalen en -processen worden voortdurend gemonitord en verbeterd. Onze nieuwe website is daar een voorbeeld van.
In 2022 zagen we ons geconfronteerd met twee relevante nieuwe wetten die actie van ons vroegen. De Wet Open Overheid (Woo) en de Wet Digitale Overheid (Wdo). De Woo is op 1 mei 2022 deels in werking treden en is gericht op een transparante en betrouwbare overheid. Met de wet worden de besluitvormingsprocessen van lokale overheden en de inrichting van de informatiehuishouding in brede zin, technisch en qua databeheer en -kwaliteit geraakt. Onze systemen moeten hierop worden ingericht en gekoppeld worden met een landelijk platform voor overheidsinformatie om data te ontsluiten. De gedeeltelijke inwerkingtreding van de Woo is goed verlopen. De Woo-verzoeken (voorheen Wob-verzoeken) worden via het hierbij behorende proces afgehandeld. Als gemeente Pijnacker-Nootdorp voldoen we daarmee op dit moment aan de geldende wet- en regelgeving.
De Wdo is gericht op verdere digitalisering van de overheid. Het wetsvoorstel legt de basis voor die verdere digitalisering, regulering van de digitale overheid en de generieke digitale voorzieningen in een gemeenschappelijke infrastructuur van de overheid. De Wet Digitale Overheid (Wdo) is nog niet goedgekeurd door de Eerste Kamer. Inwerkingtreding wordt niet eerder dan medio 2023 verwacht. Om ons voor te bereiden op de Wdo is bij de kadernota afgesproken om een plan van aanpak en implementatieplan digitale dienstverlening op te stellen. Beide plannen zijn nog niet opgesteld in afwachting van de uitkomsten van een onderzoek door de rekenkamercommissie naar onze digitale dienstverlening. De aanbevelingen in het rekenkamer onderzoek vormen de basis voor de te nemen vervolgstappen.
Uit het onderzoek is gebleken dat gebruikers onze digitale dienstverlening gemiddeld met een 6,8 beoordelen. Onze website is snel te vinden en de meerderheid van de gebruikers geeft aan dat het eenvoudig is om van de dienst gebruik te maken en voor een volgende regelzaken opnieuw de website te gebruiken. Geen van de gebruikers geeft aan aanbod te missen. De rekenkamercommissie concludeert dat er sprake is van adequate uitvoering van de digitale dienstverlening. Er is in de jaren afgelopen op het gebied van digitalisering veel ontwikkeld. Er is gewerkt aan de dataveiligheid en ook tijdens de coronaperiode zijn er –noodgedwongen– veel aanpassingen gedaan en verbeteringen doorgevoerd. Nieuwe wetgeving is opgevolgd en de verplichtingen die daaruit voortvloeien worden toegepast in de werkwijze. Tegelijkertijd constateert de commissie dat in P&C-cyclus de klanttevredenheid over de dienstverlening niet langer periodiek wordt gemeten en dat het zogeheten iteratief werken, bestaande uit het regelmatig testen en aanpassen van digitale producten, niet meer structureel wordt toegepast. Eén van de aanbevelingen van de commissie is dan ook om het iteratief werken weer op te pakken en in de uitvoering te zorgen voor monitoring, om de aansluiting van de digitale dienstverlening op behoeften en mogelijkheden van inwoners vast te kunnen stellen. Verder beveelt de commissie aan om de visie op de digitale dienstverlening uit 2015 te herijken en de raad intensief bij het opstellen te betrekken; de regie op de dienstverlening te verbeteren; en de raad periodiek over de voortgang van de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening te informeren.