Algemene omschrijving
Het programma Individuele voorzieningen bestaat uit de volgende zeven onderdelen:
Inkomensregelingen;
Begeleide participatie;
Arbeidsparticipatie;
Schuldhulpverlening;
Maatwerkvoorzieningen Wmo en maatwerkdienstverlening 18+;
Geëscaleerde zorg 18+;
Maatwerkdienstverlening 18-;
Geëscaleerde zorg 18-jeugdhulp.
We willen bereiken dat iedereen naar vermogen als volwaardig lid kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Of zoals het in het raadsakkoord op hoofdlijnen 2022-2026 staat: we beseffen dat zelfredzaamheid niet voor iedereen haalbaar is. De maatschappij kan voor mensen te complex zijn, waardoor (tijdelijk) ondersteuning nodig kan zijn.
Wat wilden we bereiken ?
Individuele voorzieningen voor inwoners die het (tijdelijk) nodig hebben om deel te kunnen (blijven) nemen aan de samenleving
Iedereen kan naar vermogen als volwaardig lid deelnemen aan het maatschappelijk verkeer
Adequate en passende ondersteuning binnen verantwoorde financiële kaders
1. We bieden laagdrempelige en doelmatige oplossingen voor jongeren, ouderen, gezinnen en inwoners in een kwetsbare positie
2. We continueren de maatregelen om de kosten te beheersen en de kwaliteit te borgen
De komende jaren gaan we door met het ontwikkelen van de transformatie van het sociaal domein waarin de inwoner centraal staat: we zijn open en betrokken en bieden laagdrempelige en doelmatige oplossingen voor kinderen, jongeren, ouderen en gezinnen in een kwetsbare positie. Systemen zijn hierbij niet leidend. Het bieden van bestaanszekerheid is hierbij een belangrijk thema.
De gemeente heeft een bepalende rol bij de inzet van de individuele voorzieningen. Dit vanuit verschillende wettelijke kaders: de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, de Wet inburgering en de Wet schuldhulpverlening. Uitgangspunt is om ontschot hulp te bieden vanuit de verschillende regelingen. Waar nodig worden gezinnen ondersteund vanuit één plan.
In onze huidige visie op het sociaal domein hebben inwoners aandacht voor elkaar en vinden ze het normaal zelfredzaam en zelfwerkzaam te zijn. We beseffen dat zelfredzaamheid niet voor iedereen haalbaar is. De maatschappij kan voor mensen complex zijn waardoor zij (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. Een doelmatig werkend (professioneel) vangnet is het sluitstuk binnen dit perspectief. In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken te komen tot de nieuwe visie op het sociaal domein. Met de nieuwe visie willen we nog meer in samenhang antwoord geven op (toekomstige) maatschappelijke vraagstukken en opgaven, zoals de demografische ontwikkeling, de kostenontwikkeling, extra taken voor de gemeente en de veranderingen in onze samenleving. In 2023 is er begonnen met het ontwikkelen van deze nieuwe visie op het sociaal domein. De nieuwe visie wordt in 2024 opgeleverd.
Het interventieplan 'Grip op het sociaal domein' gericht op de beheersing van kosten en versterking en verbetering van de kwaliteit van dienstverlening, heeft een duidelijke daling van de kosten gerealiseerd. Hierover is, doormiddel van een eindrapportage, begin oktober 2023 aan de raad gerapporteerd. Vanwege nieuwe stijgende kosten binnen het sociaal domein, wordt kostenbeheersing verder opgepakt. We blijven alert op nieuwe kansen en signaleren daarnaast ontwikkelingen. Hierbij kijken we niet alleen naar de toegang, het (preventieve) aanbod en samenwerking met zorgaanbieders en maatschappelijke partners, maar ook kritisch naar onze eigen organisatie. Om zo ook in de toekomst zorg en ondersteuning te kunnen blijven verlenen. Deze is adequaat en passend, en zo licht en zo kort mogelijk.
Dit programma staat niet op zichzelf. Het heeft een duidelijke relatie met programma 6 ‘collectieve voorzieningen’. In programma 6 worden immers activiteiten en diensten ontwikkeld die voorliggend of aanvullend zijn op de individuele voorzieningen. Deze collectieve voorzieningen spelen een cruciale rol bij preventie, het vroeg signaleren van problemen en het vergroten van de zelfredzaamheid van inwoners. Binnen dit programma wordt ook verbinding gelegd met andere programma’s zoals wonen, onderwijs, economie en veiligheid.
Inwoners zijn gezond en ontwikkelen zich naar vermogen
Inkomensregelingen
Op 31 december 2022 werd aan 459 huishoudens een bijstandsuitkering verstrekt. Op 31 december 2023 is dit met één gedaald naar 458. Grafiek 7.1 laat het aantal personen met een bijstandsuitkering zien. Volgens de meest recente CBS-cijfers zijn dit in 2021 166 personen per 10.000 inwoners. Landelijk is dit aantal 431 per 10.000 inwoners.
Het bemiddelen van inwoners naar werk is een proces dat tijd vraagt. Dat komt bijvoorbeeld door factoren die het ingewikkeld maken, zoals een inburgeringsverplichting, taalproblematiek, gezondheidsproblemen of geldproblemen. Het gaat ook vaak om een combinatie van deze factoren. We zien de groep inwoners die relatief makkelijk en snel naar werk bemiddelbaar is, steeds kleiner wordt. In 2019 is het plan van aanpak 'Werken, werken aan en meedoen' opgesteld om participatie te bevorderen. De maatregelen uit dit plan zijn in 2023 voortgezet. Met de Erasmus Universiteit is een diagnosetool ontwikkeld om een goed beeld te krijgen van de competenties van de werkzoekenden en de vervolgstappen die nodig zijn bij de re-integratie. Ook zijn wij in 2023 doorgegaan met het verder verbeteren van onze werkprocessen.
Armoede
In 2023 is een armoedemonitor uitgevoerd over het jaar 2022. Onze gemeente had in 2022 929 minimahuishoudens met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 4% van alle huishoudens. Hiervan hadden 764 huishoudens een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 3,3% van alle huishoudens. Dit betekent een afname van 0,4% van het aantal minimahuishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum ten opzichte van 2018.
In onze gemeente woonden in 2022 13.310 kinderen van 0 tot 18 jaar. Hiervan groeien 819 kinderen op in een minimahuishouden met een inkomen tot 130% van het wettelijke sociaal minimum. Dit is 6,1% van alle opgroeiende kinderen in Pijnacker-Nootdorp. Hiervan groeiden 458 kinderen op in een huishouden met een inkomen tot 100% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 3,4% van alle opgroeiende kinderen in Pijnacker-Nootdorp. Het aandeel minimakinderen in Pijnacker-Nootdorp ligt lager dan landelijk.
Grafiek 7.2 geeft vanwege BBV-voorschriften1 een andere indicator dan het aantal kinderen in minimahuishoudens. Namelijk het aantal kinderen in uitkeringsgezinnen. In 2020 was dit 3% in Pijnacker-Nootdorp en 6% landelijk. Ook de armoedemonitor 2022 laat een dalende trend zien in het aantal minimakinderen in Pijnacker-Nootdorp dat opgroeit in een huishouden met een uitkering.
Kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 130% kunnen gebruik maken van het kindpakket van Stichting Leergeld. Een kindpakket bestaat uit verschillende onderdelen, zoals een schoolspullenpas of fiets. Ook kunnen zij lid worden van een sport- en/of cultuurvereniging via het Jeugdfonds Sport & Cultuur. De overeenkomst met Stichting Leergeld is in 2022 met vier jaar verlengd. In 2023 is het mogelijk voor kinderen om zowel een sportieve als culturele activiteit gelijktijdig te doen via het fonds. Ook is de Rotterdampas te koop. Voor minimahuishoudens is deze met korting beschikbaar.
In 2023 zijn er bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur 251 aanvragen voor sport goedgekeurd. Voor cultuur zijn er 28 aanvragen goedgekeurd. Dit is een verdere stijging ten opzichte van 2022. Bij Stichting Leergeld zijn er in 2023 1340 aanvragen, verdeeld over 516 kinderen toegekend. Dit zijn iets meer aanvragen en iets meer kinderen dan in 2022 (1221 resp. 505).
Medio 2023 zijn we gestart met het Volwassenenfonds Sport & Cultuur. Daar zijn 36 aanvragen toegekend, waarvan 34 voor sport en 2 voor cultuur.
Energietoeslag
In verband met de gestegen energiekosten ontvingen in 2023 huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum een aanvulling op de energietoeslag 2022 van maximaal € 500. In totaal is aan 1333 huishoudens een aanvulling uitgekeerd. In het najaar van 2023 is aan 1122 huishoudens ambtshalve een energietoeslag 2023 van maximaal € 800 toegekend. Het aanvraagproces is opengesteld op 20 december 2023. Op 31 december 2023 zijn er in totaal 48 aanvragen voor de energietoeslag 2023 ingediend. Het aanvraagproces blijft open tot 30 april 2024.
Schuldhulpverlening
In 2019 zijn we gestart met het professionaliseren van onze taken rondom schuldhulpverlening en vroegsignalering. In 2020 is onze gemeente toegelaten als lid van de NVVK. Deze certificering houdt in dat onze dienstverlening wordt uitgevoerd binnen de kaders van de Gedragscodes Schulphulpverlening. Begin 2023 zijn we opnieuw geaudit en wederom positief beoordeeld.
Net als in 2022 hadden we ook in 2023 te maken met de nasleep van de coronapandemie en de energiecrisis. Een deel van onze inwoners maakte zich zorgen over rondkomen. Met de middelen uit het actieplan bestaanszekerheid konden we de inzet op schuldhulpverlening en vroegsignalering versterken.
Vanaf de zomer in 2023 zagen we een stijging in het aantal aanmeldingen van ondernemers. We zijn gestart met het doorontwikkelen en professionaliseren van de (financiële) dienstverlening voor ondernemers en zzp’ers met financiële problemen. Naar verwachting is dit proces in het eerste kwartaal van 2024 gereed. Dit doen we conform de NVVK richtlijnen en de Wgs normen. De aantallen hulpvragen van particuliere inwoners waren in lijn met de cijfers van voorgaande jaren.
Daarnaast lag de focus in 2023 op het vergroten van de zichtbaarheid van team schuldhulpverlening. Met de lancering van de website www.vragenovergeld.nl, de bijbehorende communicatiecampagne en de start van het informatiepunt is er outreachend gecommuniceerd richting inwoners over de mogelijkheden voor hulp. Vanuit het netwerk Preventie, Schuldhulpverlening en Nazorg is er in het najaar weer een workshopdag georganiseerd voor vrijwilligers en professionals die actief zijn in de financiële hulpverlening. Deze dag is bedoeld om elkaar te ontmoeten, samen te ontwikkelen en samen kennis te vergroten. De workshops stonden in het teken van communicatie met cliënten. Deze kan bemoeilijkt worden door o.a. culturele verschillen, taalbarrières en laaggeletterdheid. Er is ook extra aandacht voor inwoners met een licht verstandelijke beperking. Ook kan er sprake zijn van weerstand of agressie wanneer cliënt en vrijwilliger/medewerker elkaar niet goed begrijpen.
Een belangrijk preventiemaatregel om (problematische) schulden te voorkomen is het vroegtijdig signaleren van betalingsachterstanden. In 2020 is het convenant Vroeg Eropaf gesloten met zes signaalorganisaties, waaronder woningcorporatie Rondom Wonen en waterbedrijf Dunea. In 2023 viel opnieuw op dat met name in de tweede helft van het jaar het aantal meldingen van woningcorporaties toenam. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Over deze casussen hebben wij nauw contact met de woningcorporaties. Doordat het team in 2023 is uitgebreid, zijn wij in staat in 2024 meer huisbezoeken te doen. Uit onderzoek blijkt dat dit het meest effectief is om inwoners te bereiken met een hulpaanbod. We merken dat het vertrouwen in de overheid aandacht vraagt. Dit zorgt ervoor dat inwoners terughoudend zijn in het accepteren van hulp en er meer tijd nodig is vanuit de regisseurs vroegsignalering om een vertrouwensband op te bouwen. We verwachten dat dit in 2024 ook het geval zal zijn.
Begeleide participatie
In 2023 werkten 31 SE (is ongeveer gelijk aan een fte) op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). 21 SE zijn werkzaam bij Werkse! in Den Hoorn en negen SE werken bij de Binnenbaan in Zoetermeer. Eén SE werkt gedetacheerd.
Gemeenten moeten beschutte werkplekken aanbieden. In 2023 is het minimaal aantal beschutte werkplekken zestien. De gemeenteraad heeft in 2021 besloten vijf extra plekken beschikbaar te stellen. Op 31 december 2023 werkten vijftien inwoners op een beschutte werkplek bij Werkse! in Den Hoorn, bij de Binnenbaan in Zoetermeer en bij de Hoogwerkers in Pijnacker (de Hoogwerkers is een onderdeel van zorgkwekerij Bloei).
Tot slot zijn er in onze gemeente 177 inwoners met een arbeidsbeperking in beeld. Deze inwoners (veelal jongeren) komen bij ons in beeld via de Wmo, het kernteam en de netwerkoverleggen met het speciaal onderwijs en door warme overdracht van VO/MBO scholen. 50 inwoners werken met een loonkostensubsidie bij reguliere werkgevers. Er worden loonwaardemetingen gedaan om te bepalen welke loonwaarde deze inwoners hebben op de werkplek. Dat is de basis voor de vergoeding die we de werkgever betalen via een loonkostensubsidie.
Arbeidsparticipatie
De netto arbeidsparticipatie van onze inwoners was in 2023 78,5%. In Nederland was dit 73,1% (zie grafiek 7.3).
Netto arbeidsparticipatie betekent het percentage van werkzame inwoners ten opzichte van inwoners die potentieel kunnen werken.
In 2022 waren er in onze gemeente 511,5 banen per 1.000 inwoners van 15 - 64 jaar. Landelijk is dit 825 per 1.000 inwoners (zie grafiek 7.4). Een groot deel van onze inwoners werkt dus niet binnen de gemeente. Ook voor onze inwoners met een bijstandsuitkering betekent dit, dat zij voor werk voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van werkgelegenheid in de regio (zie ook programma 2). Daarom werken wij samen met het UWV en de gemeenten Zoetermeer, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en Wassenaar samen in de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal. De samenwerking in de arbeidsmarktregio gaat niet langer alleen om het begeleiden van kwetsbare inwoners (met een uitkering), maar ook om het bieden van ondersteuning aan inwoners ter voorkoming van (langdurige) werkloosheid: van school naar werk of van werk naar werk. Op dit moment wordt in bijna alle beroepsgroepen krapte ervaren. In 2023 wordt de matching tussen werkgevers en werkzoekenden in de arbeidsmarktregio verder versterkt. Ook is er in 2023 een intentieovereenkomst getekend voor de ontwikkeling van een regionaal werkcentrum (als opvolger van het regionaal mobiliteitsteam welke in de coronatijd is opgericht om de verwachte werkloosheid op te kunnen vangen).
Om inwoners aan het werk te helpen, worden re-integratievoorzieningen ingezet. De bovenstaande grafiek laat het aantal ingezette re-integratievoorzieningen zien. Voorbeelden zijn Work8, de werkacademie en bemiddeling via het werkgeversservicepunt. Daarnaast hebben wij een top-30 aanpak ontwikkeld. Bij het re-integratietraject Work8 worden inwoners intensief en groepsgewijs getraind. Inwoners die nog niet bemiddelbaar zijn, worden geplaatst op re-integratietrajecten om arbeidsritme en werkervaring op te doen. Het aantal lopende re-integratievoorzieningen hangt samen met het aantal personen met bijstandsgerechtigden. Deze is lager dan het landelijk gemiddelde. Voor statushouders werken we samen met Cirkel Rond. Specifiek voor jongeren is er een jongerencoach. Deze begeleidt jongeren en helpt hen bij het vinden van werk, leerwerkplekken en stages.
De nieuwe Wet inburgering is op 1 januari 2022 in werking getreden. Deze nieuwe Wet heeft als doel dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in de Nederlandse samenleving. Vanaf half 2022 is de instroom van statushouders die inburgeren onder de nieuwe wet goed op stoom gekomen. Dit heeft zich doorgezet in 2023. Het gaat voor 2023 om in totaal 72 statushouders. 34 statushouders hebben al een persoonlijk inburgeringsplan (PIP) ondertekend en zijn gestart met hun leerroute. 13 statushouders bevinden zich nog in de fase van de brede intake (inclusief leerbaarheidstoets). Voor 15 statushouders wordt de brede intake op korte termijn gestart. De overige 10 statushouders verblijven nog op een AZC, hebben een tijdelijke vrijstelling of zijn tijdens de brede intake verhuisd.
Jeugd groeit gezond, veilig en kansrijk op
De informatie over het gebruik van jeugdhulpvoorzieningen is in ontwikkeling. Dit geeft een steeds beter beeld van de stand van zaken.
Van onze jongeren van 0-18 jaar, heeft 10,7 % in 2023 een jeugdhulpvoorziening nodig gehad. Dit is afgenomen ten opzichte van 2022. Toen was dit 11,4% (zie grafiek 7.6).
Vanaf 2018 zagen we de kosten voor jeugdhulp in onze gemeente sterk stijgen. Vanaf 2021 zien we de kostenstijging voor jeugdhulp afvlakken en vanaf 2023 neemt het toe.
In de regio werken we samen aan de uitvoering van de Regiovisie jeugdhulp Haaglanden 2021-2026. Op basis van de in juli 2023 opgeleverde tweede regiomonitor is het Regionale Uitvoeringsplan 2023-2024 opgesteld en door de gemeenteraad vastgesteld. Met de regiovisie willen we bereiken dat alle kinderen en jongeren gezond, veilig en kansrijk opgroeien, bij hun eigen ouders en waarbij zij zich ontwikkelen tot veerkrachtige (jong)volwassenen die naar vermogen actief meedoen in de samenleving. De regiovisie gaat ook over de verbinding tussen jeugdhulp en andere onderwerpen in het sociaal domein (zoals onderwijs) en richt zich vooral op gezinnen/kinderen in kwetsbare situaties. Het gaat ook over de samenwerking tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders, zoals onder andere over de wachttijden in de jeugdhulp, afbouw van gesloten jeugdzorg en versterking van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp.
Maatregelen om kosten te beheersen binnen de jeugdhulp zijn opgenomen in het eerder genoemde interventieplan 'Grip op het sociaal domein'. In 2023 zijn de maatregelen uit dit plan voortgezet en hebben we positieve resultaten laten zien. De resultaten kunt u terugvinden in de eindevaluatie op het interventieplan 'Grip op het sociaal domein' die begin oktober 2023 ter informatie naar uw raad is gestuurd. Tegelijkertijd is er ook binnen de jeugdhulp een kostenstijging te zien. Dit wordt meegenomen bij de doorontwikkeling van het thema kostenbeheersing in het sociaal domein.
Geëscaleerde zorg 18-
Van onze jongeren tot 18 jaar had 0,3 % in 2023 te maken had met jeugdbescherming. Dit is lager dan landelijk. Dat is 1% (zie grafiek 7.7).
Het percentage jongeren tot 18 jaar dat in 2022 te maken had met jeugdreclassering is 0,1%. Landelijk ligt dit percentage op 0,3% (zie grafiek 7.8).
De Jeugdbescherming en -reclassering wordt geleverd door Gecertificeerde Instellingen. Deze instellingen hebben de afgelopen jaren vanwege eisen van de inspectie gewerkt aan een Verbeterplan. De gemeente in Haaglanden hebben in dat kader extra middelen beschikbaar gesteld voor de Gecertificeerde Instellingen om de caseload (aantal casussen per medewerker) te verlagen. De raad is hier tussentijds over geïnformeerd. Verder heeft een aantal gemeente in Haaglanden de afgelopen jaren ervaringen opgedaan in het werken volgens de methode 'Beter Samenspel' om de samenwerking tussen de Gecertificeerde Instellingen en lokale teams te verbeteren.
Inwoners zijn zo zelfredzaam mogelijk en participeren in de samenleving
Om inwoners te ondersteunen bij hun zelfredzaamheid en participatie in de samenleving, wordt onder andere gebruik gemaakt van de Wmo. De individuele maatwerkvoorzieningen Wmo omvatten vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen, rolstoelen, huishoudelijke hulp, begeleiding, een klein deel van de persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf.
Op basis van voorlopige cijfers uit bovenstaande grafiek (bron: CBS) waren er in 2022 410 Wmo-cliënten per 10.000 inwoners. Uit de Monitor Sociaal Domein 2022 blijkt dat het aantal Wmo cliënten per 1.000 volwassenen steeg van 42 in 2021 naar 46 in 2022. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn de demografische ontwikkeling (vergrijzing) en de aanzuigende werking van het abonnementstarief (met name voor hulp bij het huishouden).
Structureel verwachten we een toename van het aantal voorzieningen, omdat de doelgroep 75-plus in het komend decennium met gemiddeld 5% groeit. Naast een toename van het aantal hulpvragen, zien we ook dat deze complexer worden. Dit komt omdat inwoners langer en vaker thuis wonen, waar zij eerder opgenomen werden in verpleeghuizen, instellingen en ziekenhuizen. Verder zien we dat de tarieven onder druk staan, door afspraken over loonstijging die in de cao's worden gemaakt, de gespannen marktsituatie en de hoge inflatie. Door bovenstaande oorzaken, is er binnen de Wmo opnieuw een kostenstijging te zien. Dit wordt meegenomen bij de doorontwikkeling van het thema kostenbeheersing in het sociaal domein.
Ook stelt de bovengenoemde ontwikkeling eisen aan de zorginfrastructuur. Om de effectiviteit te vergroten en om preventiever te kunnen werken, is ketensamenwerking rond de thema's financiële zelfredzaamheid en mantelzorg en gezonde leefstijl en dementie vormgegeven. In 2023 hebben wij samen met zorgverzekeraar DSW en de regio Westland, Schieland, Delfland (WSD) het Regionaal Integraal Gezondheidsakkoord (RIGA) getekend. Dit akkoord valt onder het landelijke Integraal Zorgakkoord (IZA) en vormt de basis voor regionale samenwerking rondom preventie, gezondheid, zorg en ondersteuning. In 2023 zijn er voorbereidingen getroffen om deze samenwerking vorm te geven voor de komende jaren. Het RIGA, het IZA en de brede SPUK (zie voor uitgebreide beschrijving in programma 6) vullen elkaar aan.
Per 1 januari 2024 kopen wij de Wmo begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf gezamenlijk in met de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk en Westland (H5). Tot deze datum is zorg ingekocht via de H6. Het jaar 2023 is gebruikt als transitieperiode, waarbij wij deze overstap goed hebben voorbereid.
Ondanks de grotere vraag naar maatwerkvoorzieningen Wmo, blijft het aantal inwoners met een maatwerkvoorziening laag ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit komt doordat wij een relatief jonge bevolking hebben. Ook zien we dat een deel van de hulpvragen in het collectieve aanbod wordt opgevangen.
Geëscaleerde zorg 18+
Vanaf 1 januari 2025 is onze gemeente (financieel) verantwoordelijk voor Beschermd Wonen. Ook wel de doordecentralisatie van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis genoemd. De overheveling van taken en financiën gebeurt stapsgewijs in een periode tot 2030. Met de doorcentralisatie krijgen we meer mogelijkheden om de ondersteuning aan te sluiten op onze lokale zorginfrastructuur. Naast de doordecentralisatie van verantwoordelijkheden en middelen vindt er een inhoudelijke transformatie plaats.
De regionale en lokale ambities zijn opgenomen in de uitvoeringsagenda. Vanuit deze agenda wordt gewerkt om inwoners zo goed mogelijk, zo lang mogelijk en weer zo snel mogelijk thuis te laten wonen, met passende ondersteuning. In 2023 is hier samen met zorgaanbieders, lokale samenwerkingspartners en woningcorporaties uitvoering aan gegeven. Gezamenlijk bereiden we ons voor op de overheveling van taken. Dit doen we op basis van het uitgangspunt 'Lokaal wat lokaal kan'. Denk hierbij aan de toegang en bemiddeling naar een woning voor inwoners met een indicatie Beschermd Thuis. In 2022 is de inkoopstrategie vastgesteld die het kader vormt voor de verdere uitwerking van de inkoopprocedure voor Beschermd Wonen en Beschermd Thuis. Eind augustus 2023 is het inkooptraject succesvol afgerond met het afsluiten van 15 overeenkomsten voor Beschermd Wonen en Beschermd Thuis. Per 1 januari 2024 is er een dekkend en bovenal divers aanbod voor onze inwoners.