Bedrijfsvoering

Inleiding

Via de programmabegroting stelt de gemeenteraad de financiële kaders vast waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie de beoogde maatschappelijke effecten dienen te realiseren. Daarbij moet aan de geldende wet- en regelgeving worden voldaan. De middelen moeten rechtmatig en ook doelmatig worden ingezet. Dit is een taak van bestuur en management. Om dit waar te maken moet niet alleen de bedrijfsvoering aantoonbaar op orde zijn, maar moet ook actief worden ingespeeld op inhoudelijke ontwikkelingen en de dynamiek van de omgeving.

Een begrotingsparagraaf Bedrijfsvoering is door het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht gesteld. De toelichting stelt: “Bedrijfsvoering is heden ten dage (…) meer en meer van belang voor het verwezenlijken van de programma’s en in verband daarmee voor een rechtmatig, doelmatig en doeltreffend beheer en beleid. (…). De bedrijfsvoeringsparagraaf dient inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering.“ De bedrijfsvoering is van belang voor het verwezenlijken van de begrotingsprogramma’s en voor een rechtmatig, doelmatig en doeltreffend financieel beheer en beleid. In het bijzonder zijn de volgende elementen van belang:

  • planning en control (rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid, ontwikkeling van de P&C-cyclus en controle op gemeenschappelijke regelingen);

  • organisatieontwikkeling (organisatieperspectief, sturen op kwaliteit, risicomanagement en (personeels-)kosten);

  • privacy en informatiebeveiliging.

1. Planning en Control

Continue verbetering P&C-producten

Middels de P&C-producten koppelen wij de ambities van de gemeente aan financiën en wordt tevens de relatie gelegd tussen de beoogde effecten en de geplande activiteiten. Het is aan de raad om te bepalen welke prestaties op de verschillende beleidsvelden nagestreefd worden. Om inzicht te verschaffen in de effectiviteit maken wij gebruik van effectindicatoren en normen die wij middels beleid en interventies kunnen beïnvloeden. Uiteraard sluiten wij ook aan bij de uniforme en verplichte indeling in taakvelden en de verplichte basisset van beleidsindicatoren uit het BBV. Deze zijn opgenomen in de diverse programma’s en voornamelijk gebaseerd op landelijk beschikbare en gecontroleerde bronnen. Daarnaast zijn de hoofdlijnen van een nieuwe Contourennota gepresenteerd voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie, waarbij het verbeteren van proces- en risicomanagement een belangrijke ambitie is. Eind 2023 is door het management een vernieuwd proces voor de Planning & Control cyclus vastgesteld. In 2024 is deze werkwijze in uitvoering gebracht. De vernieuwde werkwijze zal erin voorzien dat vanaf het begrotingsjaar 2025 de P&C producten meer op elkaar aansluiten dan voorheen en een logisch proces vormen voor de bijsturingen en verantwoordingen.

Controle op gemeenschappelijke regelingen

Voorafgaand aan een nieuwe begrotingscyclus sturen de colleges van de voormalige Haaglandengemeenten een brief aan zeven gemeenschappelijke regelingen. De brief bevat een aantal (financiële) kaders en afspraken. Doel is om daarmee meer lijn aan te brengen in de te hanteren financiële kaders voor de nieuwe begroting en meerjarencijfers van de gemeenschappelijke regelingen. De kaderbrief gaat vooral over de begroting T+1 en daarbij keren een aantal 'vaste' onderwerpen jaarlijks terug, waaronder aandacht voor de tijdige inzending van stukken, de wijze van omgaan met tekorten of overschotten, het indexeringspercentage en de hoogte van het weerstandsvermogen en -ratio.

2. Privacy en informatieveiligheid

2.1 Privacy

We zijn in onze organisatie steeds afhankelijker van de beschikbaarheid van informatie. Cruciaal is daarbij het borgen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van die informatie. Een steeds verdere digitalisering van de overheid stelt in het bijzonder hogere eisen aan de vertrouwelijkheid van informatie. Bij veel van die informatie past vertrouwelijkheid met het oog op zorgvuldige besluitvorming en/of bescherming van de persoonlijke levenssfeer. In dit verband mag niet uit het oog worden verloren dat bescherming van de persoonlijke levenssfeer (‘privacy') een fundamenteel recht is dat is geborgd in de mensenrechtenverdragen (EVRM; IVBPR) en in de Nederlandse grondwet. De verwerking van persoonsgegevens betreft een deelaspect van de persoonlijke levenssfeer. De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens die in een bestand zijn opgenomen of die bestemd zijn om daarin te worden opgenomen. De AVG stelt de wettelijke kaders voor het verwerken van persoonsgegevens door organisaties. De AVG eist dat verwerking van persoonsgegevens te allen tijde voldoet aan de volgende normen:

  • de verwerking is behoorlijk, zorgvuldig en rechtmatig;

  • de verwerking berust op een wettelijke grondslag;

  • er worden niet meer persoonsgegevens verwerkt dan noodzakelijk is voor het beoogde verwerkingsdoel;

  • persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het verwerkingsdoel;

  • persoonsgegevens worden door de juiste technische en organisatorische maatregelen beschermd tegen inbreuken op de vertrouwelijke karakter daarvan.

Hiertoe zijn de uitgangspunten van de gemeente vastgelegd in en wordt uitvoering gegeven aan het privacybeleid en het informatiebeveiligingsbeleid. Het gaat onder andere om:

  • het actueel houden van een overzicht van verwerkingen van persoonsgegevens (“verwerkingsregister");

  • passende informatiebeveiliging;

  • het uitvoeren van risicoanalyses;

  • het toepassen van het privacy by design/default-principe;

  • de meldplicht datalekken;

  • bewustwording van privacy bij werknemers.

Verder kan worden opgemerkt dat de materiele normen van de AVG zijn verwerkt in vele bijzondere wetten waarin – ook - de verwerking van persoonsgegevens is geregeld, zoals de Wet basisregistratie personen; de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2025 en de Jeugdwet.

Teneinde een “in control” statement te kunnen afgeven moet systematisch worden gewerkt aan het in overeenstemming brengen van verwerkingen van persoonsgegevens met het hier geschetste juridisch kader. Dat vereist dat de beheersingsmaatregelen onderdeel zijn van de P&C cyclus.

Ten slotte: de stormachtige ontwikkelingen van” kunstmatige intelligentie” (“AI") hebben, voor zover (met behulp van algoritmes) in AI-systemen persoonsgegevens worden verwerkt, raakvlakken met de AVG. De verwerking van persoonsgegevens in AI-systemen valt in beginsel onder de AVG. Dit is echter een complex juridisch speelveld dat nog niet is uitgekristalliseerd. Het PIV-team brengt nu in kaart welke juridische verplichtingen de invoering van de Europese AI Verordening voor de gemeentelijke organisatie heeft. Het gaat daarbij, om een voorbeeld te noemen, om het transparant zijn over het inzetten van chatbots.

2.2 Informatieveiligheid

Ons informatiebeveiligingsbeleid wordt aangepast van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) naar de nieuwe Cyberbeveiligingswet (Cbw). Verder sluiten wij aan bij de gemeenschappelijke ontwikkeling van het informatiebeveiligingsbeleid door de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) en de richtlijnen opgesteld door de IBD en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Wij hanteren het uitgangspunt dat het management risico-gebaseerd stuurt op het gebied van informatieveiligheid. Het gaat onder andere om:

  • uitvoering geven aan ons informatieveiligheidsbeleid;

  • het uitvoeren van het Informatie Security Management Systeem (ISMS) voor een systematische aanpak die de gemeente ondersteund bij het identificeren, beheren en verminderen van informatiebeveiligingsrisico’s;

  • het uitvoeren van de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) voor de verticale verantwoording aan de Rijksoverheid.

3. Organisatieontwikkeling

In 2024 stond het organisatieontwikkeltraject centraal om als organisatie te werken aan de toekomstbestendigheid. Om de ontwikkelopgave te begrijpen hebben wij met zowel de  medewerkers als het bestuur stilgestaan bij de maatschappelijke ontwikkelingen en hun invloed en betekenis voor het functioneren van de ambtelijke organisatie. De medewerkers hebben via gesprekstafels over een zestal thema’s verwoord wat er goed gaat en wat beter kan. Daarnaast heeft een extern bureau ons de spiegel voorgehouden met de blik van buiten naar binnen. Op basis van alle input  hebben wij een nieuwe organisatievisie ontwikkeld waarin de missie, visie, kernwaarden en de besturingsfilosofie is verwoord en een nieuwe organisatiestructuur is uitgewerkt. Daarnaast is er een ontwikkelagenda met de plus-  en kluspunten opgesteld voor de periode 2024 tot en met 2028. De ontwikkeling heeft als doel om de organisatie ook in de toekomst aangesloten te houden op wat de samenleving vraagt. Dit vereist een wendbare en flexibele organisatie die zich professioneel blijft ontwikkelen als continu proces. Eén van de ontwikkelopgaven gaat over het op orde brengen van de basis op gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening. Er is geconstateerd dat de organisatie op onderdelen niet meegegroeid is met de groei van het aantal inwoners. Dit resulteert in een ontwikkelachterstand op onderdelen van de organisatie. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het in balans brengen van de ambitie-mensen-middelen. De raad is in oktober 2024 tijdens een bijeenkomst geïnformeerd en bijgepraat over het organisatieontwikkeltraject. In afwachting van een langetermijnvoorstel inzake ambitie-mensen-middelen heeft het college in het vierde kwartaal een besluit genomen over de wijze waarop de formatie voor de meest urgente functies in 2025 en verder wordt ingevuld. Hiervoor heeft de raad budget beschikbaar gesteld bij besluitvorming over de Najaarsnota 2024.

Dienstverlening is een belangrijk thema in de organisatieontwikkeling. In 2024 heeft de raad een startnotitie vastgesteld voor het ontwikkelen van een nieuwe visie op dienstverlening. De visie wordt naar verwachting opgeleverd in de eerste helft van 2025.

Ook gemeentelijke huisvesting is een aandachtspunt. In 2024 is door de raad en het management geconstateerd dat de huisvesting van raad en medewerkers aandacht vraagt. Het hoofdgebouw stamt uit de jaren 90 en vraagt onderhoud. Het college heeft een opdracht vastgesteld om te komen met visie op de huisvesting van de organisatie voor zowel de korte als de lange termijn. De griffie en de raad worden in dat proces meegenomen.

Sturen op kwaliteit

Kwaliteit staat voor de mate waarin onze organisatie voldoet aan de eisen en verwachtingen van inwoners, organisaties, bedrijven en andere betrokkenen. Systematische kwaliteitszorg is onderdeel van onze bedrijfsvoering. Een belangrijk aspect van kwaliteit, en één van onze kernwaarden, is continu verbeteren. Via een cyclus van Plan, Do, Check, Act (PDCA) onderzoeken we op verschillende terreinen in hoeverre we voldoen aan de eisen, verwachtingen en behoeften van klanten en belanghebbenden. Die informatie wordt gebruikt om bij te sturen en verder te vernieuwen. Zo komen we steeds verder ‘in control’.

Sturen op risico’s

Om de risico’s van de gemeente Pijnacker-Nootdorp in kaart te brengen is per afdeling op systematische wijze een risicoprofiel opgesteld. Met behulp van risico-software wordt dit risicoprofiel tweemaal per jaar geactualiseerd en opgenomen in de begroting en jaarrekening. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt hierbij de relatie gelegd tussen de verwachte risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit.  Vanuit het BBV is een aantal financiële kengetallen verplicht gesteld. Deze kengetallen geven onder andere inzicht in de mate waarin we over voldoende financiële ruimte beschikken om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken en maken het daarmee mogelijk om te sturen op financiële risico’s.

Sturen op efficiency

Voor het realiseren van onze ambities is een efficiënte en effectieve organisatie nodig. De relatieve omvang van onze organisatie, afgezet tegen het aantal inwoners, daalde enige jaren: van 9,2 formatieplaatsen (fte) per 1.000 inwoners in 2003 naar 5,99 in 2018. De daling was te verklaren door onder andere de toename van het aantal inwoners, bezuinigingen en andere efficiencymaatregelen. Onderstaand overzicht toont dat er vanaf 2019 sprake is van een gestage groei van het aantal fte’s:

Formatie

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

fte

310,38

321,33

351,46

341,73

383,6

403,6

427,18

455,56

fte per 1.000 inwoners

5,89

5,99

6,47

6,69

6.79

7,12

7,41

7,86

De stijging is een gevolg van ontwikkelingen in de woningbouw, uitvoering van meer taken in het sociaal domein en de invoering van de Omgevingswet. Verder is een stijging te verklaring door een structureel capaciteitstekort dat langzaamaan wordt ingevuld.

Bezetting

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

fte

296,29

306,81

349,97

355,97

365,11

376

400,84

425,68

fte per 1.000 inwoners

5,6

5,8

6,4

6,4

6,56

6,64

6,95

7,35

Het percentage externe inhuur in onze organisatie eind 2024 was 19,30% van de totale loonsom, een daling ten opzichte van 2023 (22,02%). Deze kosten zijn voornamelijk te verklaren door een aantal crises, zoals de kinderopvangaffaire, vluchtelingen Oekraïne, project asielopvang en energietoeslag. Voor de uitvoering van de meeste van deze crises is weliswaar extern ingehuurd, maar hiervoor is ook een specifieke uitkering vanuit het Rijk beschikbaar om de kosten te dekken. Daarnaast noodzaakt de krappere arbeidsmarkt tot inhuur, die grotendeels gedekt wordt uit vrijvallende vacaturegelden.

Externe inhuur

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

5,8

9,24

18,8

14,39

12,08

19,17

22,02

19,30

Sturen op gezondheid

  • Gezondheidsmanagement: we stimuleren gezond gedrag van onze medewerkers door onder andere het aanbieden van gezonde voeding in het bedrijfsrestaurant, het geven van voorlichting en het persoonlijk gezondheidsbudget. In 2024 is daar een vitaliteitsplatform aan toegevoegd. Naast een extra persoonlijk vitaliteitsbudget zijn er ook aanvullende organisatie brede workshops georganiseerd.

  • Werk en werkomstandigheden: wij inventariseren en evalueren werkomstandigheden, houden werkplekonderzoeken en verzorgen weerbaarheidstrainingen in het kader van agressie en geweld. Regelmatig vinden organisatorische, ergonomische of technische verbeteringen plaats om (werk-)overbelasting terug te dringen. In 2024 is een nieuwe Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgezet, dit is een verplichte actie in het kader van de Arbowetgeving. In 2025 volgt een plan van aanpak met passende maatregelen. Tevens hebben we in 2024 een Medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd, medewerkers geven signalen af voor grote werkdruk. Dit thema en organisatiebrede resultaten worden meegenomen in het organisatieontwikkelingstraject. De teamleiders pakken samen met hun teams de specifieke uitkomsten op. 

  • Inzetbaarheid en re-integratie: wij hanteren een proactieve verzuimaanpak, gericht op gezondheid in plaats van ziekte en bieden laagdrempelige toegang tot arbeidskundige en arbotechnische zorg. We sterven ernaar om risico’s vroegtijdig te herkennen en uitval te voorkomen. In 2025 gaan we opnieuw van start met een nieuwe arbodienst die ons hierbij begeleidt en zijn we overgegaan van een maatregeling naar een vangnetregeling.

  • Aandacht voor het ziekteverzuim: In 2024 bedroeg het ziekteverzuimpercentage 6,20% (was in 2023 5,82%). De stijging is onder andere te verklaren door een groter aantal langdurige dossiers, maar ook door frequent kortdurend verzuim bij bepaalde functies.

  • Aandacht voor mantelzorg: sinds 2023 heeft onze gemeente de erkenning als Mantelzorgvriendelijke organisatie. Dit betekent dat we oog hebben voor de invloed van mantelzorg op medewerkers en hun werk. Voor mantelzorgers bestaat geen standaardoplossing, we kijken daarom naar de situatie en behoefte van de medewerker en samen zoeken we naar een maatwerkoplossing. In 2024 hebben we een pilot georganiseerd voor mantelzorgwandelingen. Helaas kwam dit onvoldoende van de grond. De resultaten van een vragenlijst voor mantelzorgers laten zien dat hier geen behoefte aan is. Verder hebben we eind 2024 mantelzorgers de mogelijkheid gegeven voor een gesprek met een mantelzorgmakelaar.

Ziekteverzuim

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verzuimpercentage

5,76

4,01

4,61

4,31

5,28

7,02

5,82

6,10

Afdelingstarieven (exclusief overhead)

Afdeling

Uurtarief

Directie

€120,50

Griffie

€69,81

Directiestaf

€67,56

Bedrijfsvoering

€65,30

Interne dienstverlening

€56,27

Ruimte, Belastingen en Gegevensbeheer

€63,14

Sociaal Domein

€65,02

Beleid

€70,07

Ontwikkeling

€64,03

Wijkzaken

€58,95

4. Rechtmatigheidsverantwoording 2024

Op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de Financiële verordening 2024 legt het college via een verplicht model verantwoording af in de jaarrekening (zie hoofdstuk Begrotingsrechtmatigheid in de Jaarrekening 2024). Alle rechtmatigheidsafwijkingen boven de verantwoordingsgrens worden in deze verantwoording kort en bondig benoemd. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt een nadere toelichting gegeven ten aanzien van onderwerpen die de rechtmatigheid raken en hoe de beheersing is vormgegeven. De nadere toelichting ziet toe op alle afwijkingen, zowel fouten als onduidelijkheden, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen. De toelichting op de afwijkingen bestaat uit een beschrijving van de geconstateerde afwijking, een toelichting op de oorzaak van de afwijking en de vermelding van de actie die wordt ondernomen om afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

De door de raad vastgestelde verantwoordingsgrens, waarboven het college de afwijkingen moet opnemen in de rechtmatigheidsverantwoording, is bepaald op 3% van de totale lasten inclusief de toevoegingen aan de reserves. Het grensbedrag is daarmee gesteld op € 6.050.000. Naast een verplichte toelichting in de paragraaf Bedrijfsvoering op de afwijkingen boven de vastgestelde verantwoordingsgrens is bepaald dat een nadere toelichting wordt gegeven op alle afwijkingen voor zover deze de rapporteringstolerantie overschrijden. De door de raad vastgestelde rapporteringstolerantie is bepaald op € 100.000,- per afwijking.

In de jaarrekening legt het college verantwoording af over alle negen criteria van rechtmatigheid. De eerste zes criteria, die betrekking hebben op getrouwheid en óók onderdeel zijn van rechtmatigheid, komen tot uitdrukking in de balans en het overzicht van baten en lasten. Drie rechtmatigheidscriteria hebben geen relatie met getrouwheidsaspecten; deze criteria komen expliciet tot uitdrukking in de rechtmatigheids-verantwoording in de jaarrekening. Omdat de eerste zes criteria worden afgedekt door het getrouwe beeld hoeven deze niet afzonderlijk vermeld te worden in de rechtmatigheidsverantwoording. Vanzelfsprekend maken deze eerste zes criteria wel onderdeel uit van de reguliere jaarrekeningcontrole. De accountant toetst de getrouwe weergave van de afwijkingen inzake rechtmatigheid in de rechtmatigheidsverantwoording. Het kader van de rechtmatigheidsverantwoording bestaat uit een drietal criteria, te weten het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium, welke expliciet tot uitdrukking komen in de rechtmatigheidsverantwoording.

Begrotingscriterium

Binnen de rechtmatigheidsverantwoording is het begrotingscriterium een belangrijk toetsingskader. Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en de bijbehorende programma’s. Van een begrotingsonrechtmatigheid is sprake wanneer:

  1. De lasten of investeringsbudgetten bij de realisatie van doelen en het realiseren van activiteiten worden overschreden;

  2. Toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves niet door de raad zijn vastgesteld;

  3. De begroting niet tijdig met begrotingswijzigingen is aangepast bij afwijkingen in lasten, investeringen of baten.

Volgens de Gemeentewet moet een begrotingswijziging in hetzelfde jaar door de raad worden vastgesteld; gebeurt dit niet, dan zijn bestedingen formeel onrechtmatig. Hoewel elke afwijking van de begroting strikt genomen onrechtmatig is, worden overschrijdingen die binnen het door de raad vastgestelde beleidskader vallen niet nader toegelicht in de rechtmatigheidsverantwoording. In de jaarrekening wordt namelijk al verklaard welke afwijkingen binnen dat kader passen. De rechtmatigheidsverantwoording biedt wel op totaalniveau inzicht in alle (on)rechtmatige afwijkingen per programma, met afzonderlijke beoordeling van baten en lasten. 

Conform de Financiële verordening 2024 Pijnacker-Nootdorp autoriseert de raad de begroting op programmaniveau. Begrotingsonrechtmatigheden die binnen dit raadsbeleid blijven, worden (hoewel onrechtmatig) als acceptabel beschouwd. De verantwoordingsgrens bepaalt of ze in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

  • Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

  • Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

  • De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.

Bevindingen

Voor wat betreft de begrotingsonrechtmatigheid wordt er een onderscheid gemaakt tussen afwijkingen die als acceptabel worden beschouwd en die door de vaststelling van de jaarrekening worden gecorrigeerd (4 in onderstaande tabel) en afwijkingen die als onrechtmatig worden beschouwd die niet corrigeerbaar zijn. Het totaal aan niet corrigeerbare onrechtmatigheden is van belang om te bepalen of wij boven of onder de verantwoordingsgrens blijven.

Nummer

Toelichting

Bedrag (x €1.000)

1a

Overschrijding op begrote lasten per programma

P2 Economie en glastuinbouw (betreft grexen: hier staan baten tegenover)

€ 2.249

P7 Individuele voorzieningen (open-einde-regeling + baten BUIG)

€ 1.239

P9 Bestuur en dienstverlening (wettelijke bijstelling voorziening APPA en paspoortenpiek met baten)

€ 972

Overhead

€ 579

Totaal van de programma’s lasten

€ 5.039

1b

Diverse investeringsafwijkingen < € 50.000 conform nota investeren en afschrijven:

€ 217

Totaal investeringsafwijkingen

€ 217

2

Ongeautoriseerde reserve mutaties

0

3

Overschrijding van baten en lasten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid

0

Totaal begrotingsonrechtmatigheden

€ 5.256

4

Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden (onderdeel 1 en 2) dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee als acceptabel is geduid.

      -/-€  4.460

Resterend begrotingsonrechtmatigheid

€ 796

Voorwaardencriterium

Het voorwaardecriterium heeft betrekking op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De voorwaarden zijn afkomstig uit de regelgeving en hebben betrekking op aspecten zoals: doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur. Het niet naleven van deze voorwaarden kan ook van invloed zijn op het getrouwe beeld van de jaarrekening. Deze bevindingen maken dan geen onderdeel uit van de rechtmatigheidsverantwoording maar vallen onder de reikwijdte van de accountantscontrole (gericht op de getrouwheid van de jaarrekening).

Overschrijding Europese aanbestedingsnormen:

De overschrijdingen op de Europese aanbestedingsrichtlijnen zijn nooit volledig te voorkomen. In 2024 is een aantal maatregelen ingezet om het risico van het overschrijden van de Europese aanbestedingsnormen zoveel mogelijk te beheersen. Het gaat o.a. om nieuwe inkoopprocedures, een contractbeheersysteem waarin contracten worden vastgelegd en een aanbestedingskalender die het mogelijk maakt om vooruit te kijken en te anticiperen op grote inkopen boven de Europese aanbestedingsdrempels.

Er zijn 306 dossiers opgenomen in de scope van de (spend)analyse en getoetst. Van deze dossiers zijn er zes dossiers onrechtmatig bevonden ten opzichte van de Europese aanbestedingsregels (voor een totaalbedrag van ca € 473.000).

Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

De gemeente moet voorkomen dat mensen en organisaties misbruik maken van regelingen, zoals subsidies of uitkeringen. Dit betekent dat de gemeente controleert of de maatregelen om misbruik te voorkomen, goed werken. Het gaat hierbij om derden die misbruik maken van de regelingen van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. We maken hierbij onderscheid tussen externe en interne signaleringen. Voor de externe signalering is op de website van de gemeente een mogelijkheid om het vermoeden van misbruik van uitkeringen of zorgverstrekkingen te melden.

In de vastgestelde nota Integraal Risicomanagement 2021-2024 (zaaknummer 1265620) is vastgesteld hoe signaleringen in het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik herkend kunnen worden vanuit de volgende beheermaatregelen:

  • Invoering en handhaving van de three lines model;

  • Verbijzonderde interne controles waarbij een risicomodel is toegepast op wegingsfactoren;

  • Vanuit de spendanalyse vindt ook voor de risicovolle processen een verdieping plaats op de prestatieleveringen.

  • Bij afwijkende signaleringen/waarnemingen wordt door Control een verdiepend onderzoek ingesteld en een rapport van bevindingen en aanbevelingen opgesteld;

  • Integriteitsbeleid.

Bevindingen:

Prestatieleveringen
Binnen het proces van inkopen vindt er een controle plaats op de prestatielevering bij iedere inkoop. Vanuit de verbijzonderde interne controle en de interimcontrole van de accountant is geconstateerd dat deze controle niet eenduidig plaatsvindt. Het risico bestaat dat facturen worden betaald zonder dat er een prestatielevering aan ten grondslag ligt. In dit kader zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die boven de rapporteringsgrens liggen. Verbetermaatregelen om dit risico te beperken worden met prioriteit uitgevoerd.

Totaal overzicht bruto bevindingen:

Volgens de Gemeentewet moet een begrotingswijziging in hetzelfde jaar door de raad worden vastgesteld; gebeurt dit niet, dan zijn bestedingen formeel onrechtmatig (bruto bevindingen). Conform de Financiële verordening 2024 Pijnacker-Nootdorp autoriseert de raad de begroting op programmaniveau. Begrotingsonrechtmatigheden die binnen dit raadsbeleid blijven, worden (hoewel onrechtmatig) als acceptabel beschouwd. Het restant wordt beschouwd als onrechtmatig (netto bevindingen).

Classificatie

Bedrag

Begrotingsonrechtmatigheid

€ 5.256

Voorwaarden criterium

€ 473

Misbruik en oneigenlijk gebruik

0

Totaal onrechtmatig

€ 5.729

Totaal overzicht netto bevindingen:

Classificatie:

Bedrag

Begrotingsonrechtmatigheid

€ 796

Voorwaarden criterium

€ 473

Misbruik en oneigenlijk gebruik

€ 0

Totaal onrechtmatigheid

€ 1.269