Lokale heffingen

1.1 Inleiding

De paragraaf lokale heffingen bevat, conform het BBV, een overzicht van inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, de lokale lastendruk en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

In de Gemeentewet en een aantal bijzondere wetten is geregeld welke heffingen (belastingen en retributies) de gemeente mag heffen.

In de gemeente Pijnacker-Nootdorp werden in 2024 de volgende gemeentelijke heffingen geheven:

  • onroerendezaakbelastingen;

  • afvalstoffenheffing;

  • rioolheffing;

  • toeristenbelasting;

  • leges.

Voor 2024 was de totale opbrengst van de gemeentelijke heffingen geraamd op € 27,008 miljoen. De werkelijke opbrengst bedroeg €27,102 miljoen. In onderstaande grafiek is per onderdeel aangegeven wat het aandeel in de opbrengsten in 2024 was.

De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor de verschillende heffingen vast. Uitgangspunt bij tariefsverhogingen van belastingen is dat de autonome meeropbrengst gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor belastiingjaar 2024 is uitgegaan van het financieel kader zoals vastgelegd in de Kadernota 2023. Hierin is voor het bepalen van de prijsindexatie op de budgetten gebruik gemaakt van de informatie uit het Centraal Economisch Plan zoals dat in maart 2023 door het CPB is gepubliceerd. Voor 2024 zijn de prijsindexpercentages vastgesteld op 1,3% voor inkomsten en 3,9% voor uitgaven. De onroerende-zaak belasting voor woningen en niet-woningen, honden- en toeristenbelasting zijn met de inflatiecorrectie voor inkomsten verhoogd. Voor de retributies (gemeentelijke diensten tegen betaling, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges) geldt de index op uitgaven van 3,9%. Daarnaast is bij de begrote opbrengst ook rekening gehouden met de uitbreiding van 352 woningen. De begrote opbrengsten zijn hiervoor met 1,5% verhoogd. Voor de retributies geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten die samenhangen met het leveren van de diensten. De gemeente Pijnacker-Nootdorp hanteert het standpunt dat de rechten daar waar mogelijk 100% kostendekkend zijn. Bij de verschillende heffingssoorten wordt hierop teruggekomen.

1.2 Onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges

1.2.1 Onroerendezaakbelastingen (OZB)

OZB zijn belastingen die geheven worden over in de gemeente gelegen onroerende zaken. De hoogte van de aanslag OZB wordt bepaald door de WOZ-waarde, waarop vrijstellingen van toepassing kunnen zijn. Voor de OZB van belastingjaar 2024 is de WOZ-waarde bepaald naar de waardepeildatum 1 januari 2023. OZB zijn zogenaamde tijdstipbelastingen; bepalend voor de belastingplicht is de situatie op 1 januari van het belastingjaar. Veranderingen na 1 januari, zoals verkoop van een onroerende zaak of een verhuizing, hebben geen invloed op de belastingheffing.

Bij de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen, maar ook voor eigenaren en gebruikers. Er zijn daardoor verschillende soorten aanslagen OZB, namelijk:

  • OZB voor eigenaren van niet-woningen;

  • OZB voor gebruikers van niet-woningen;

  • OZB voor eigenaren van woningen.

1.2.1.2 Belastingjaar 2024

Over 2024 bedraagt de gerealiseerde OZB-opbrengst € 11,5 miljoen. Er is € 111.000 meer opgelegd dan begroot. In totaal is een bedrag van € 346.000 opgenomen als 'nog op te leggen' voor de OZB van de niet-woningen. De meeropbrengst wordt veroorzaakt doordat enkele nieuwbouwwoningen meer waarde vertegewoordigen dan de gemiddelde waarde van de woningen waarbij in de begroting rekening is gehouden. De volledigheidscontrole moet nog plaatsvinden.

1.2.1.3 Belastingjaren 2023 en oudere jaren

Na de volledigheidscontrole is per saldo € 293.000 opgelegd aan Onroerende-zaak belastingen over het belastingjaar 2023. Dit resulteert in een meeropbrengst van € 233.000 voor belastingjaar 2023 ( 1,7% van de totale OZB voor 2023)

Voor het belastingjaar 2022 is naar aanleiding van de volledigheidscontrole nog een meeropbrengst van €49.000 gerealiseerd (0,29% van de totale OZB voor 2022)

1.2.1.4. Bezwaren en beroepen tegen de WOZ-waarden

Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden die binnen het taakveld WOZ/Belastingen wordt uitgevoerd betreft de waardering van de WOZ-waarden van de onroerende zaken binnen de gemeente. Jaarlijks worden wij ook geconfronteerd met bezwaren tegen de WOZ-beschikkingen, met name door ondernemingen die op basis van no-cure-no-pay bezwaar indienen namens de burgers (gemachtigde). De rijksoverheid, met namen de staatssecretaris van Financiën heeft stappen ondernomen om de kostenvergoedingen die dergeljke ondernemening van de gemeente ontvangen te matigen.

Het overzicht van de bezwaren van de afgelopen jaren is als volgt:

1.2.1.4.1. Overzicht ingediende bezwaarschriften tegen de WOZ-waarden

Belastingjaar

Bezwaar door burger

Gegrond verklaart

Bezwaar via gemachtigde

Gegrond verklaart

Totaal aantal bezwaren

2022

259

53

277

41

536

2023

733

205

721

94

1454

2024

297

76

506

45

803

In verband met de ongegrond verklaarde bezwaren is er over belastingjaar 2023 een grote hoeveelheid aan zaken voorgelegd aan de rechter. Het overzicht van deze beroepszaken van de afgelopen jaren is als volgt:

1.2.1.4.2 Overzicht ingediende beroepschriften

Belastingjaar

Beroep door de burger

Beroep via gemachtigde

totaal gegrond verklaart

Nog in behandeling bij de rechtbank

2022

21

14

13

0

2023

25

108

1

38

2024*

10

PM

PM

10

Van het aantal ingediende beroepschriften over belastingjaar 2023 is in 11 zaken overeenstemming bereikt vóórdat de zaak door de rechtbank is behandeld.

* Voor belastingjaar 2024 loopt op het moment van het opstellen van deze paragraaf de termijn nog voor het indienen van een beroepschrift.

1.2.2 Afvalstoffenheffing

De opbrengst van de afvalstoffenheffing dient ter dekking van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. De geraamde baten mogen niet uitgaan boven de geraamde lasten. De kosten in verband met bedrijfsafval brengt de gemeente niet in rekening via belastingheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten.

De afvalstoffenheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De grondslag voor de afvalstoffenheffing is het aantal personen per huishouden. Op basis van het uitgangspunt de vervuiler betaalt kent de gemeente een gedifferentieerd tarief, namelijk voor:

  • een éénpersoonshuishouden;

  • een tweepersoonshuishouden;

  • een meerpersoonshuishouden.

In 2024 was de begrote opbrengst van de afvalstoffenheffing € 8,474 miljoen. Ten tijde van het opstellen van de begroting was de areaaluitbreiding begroot op 352 woningen. Het aantal woningen dat is gerealiseerd in 2024 is in totaal 201. Hierdoor is de werkelijke opbrengst voor belastingjaar 2024 lager dan begroot, namelijk € 8,401 miljoen.

1.2.2.2 Volledigheidscontrole belastingjaren 2022 en 2023

Voor het belastingjaar 2023 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 13.146,11 aan aanslagen afvalstoffenheffing opgelegd. Dit bedrag kan worden aangeduid als een meeropbrengst op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2023.

Voor het belastingjaar 2022 is vanuit de volledigheidscontrole een bedrag van € 4.146,16 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meeropbrengst gegenereerd van € 3.963,88 op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2022.

1.2.2.3 Kwijtschelding afvalstoffenheffing

Voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing was een bedrag begroot van € 197.397. De werkelijke kwijtschelding was € 184.953 waarvan € 2.691,52 betrekking had op 2022 en eerder. Hierdoor zijn de kwijtscheldingskosten € 12.443 minder dan begroot.

1.2.2.4 Kostendekkendheid afvalstoffenheffing

Bij de begroting 2024 is de index op de inkomsten voor de afvalstoffenheffing 6,5%. Hierdoor is de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing begroot op 99,5%.

Voor de kostendekkendheidberekening voor het product afval is de kostenonderbouwing als volgt:

Kostentoerekening per onderdeel

Toerekening

DVO Avalex

100%

Exploitatie inzamelen middelen

100%

Straatvegen

25%

Straatreiniging

25%

Personeelskosten

100%

BTW-verrekening

max. €1.1 mln.

Kwijtscheldingen

100%

Overhead

100%

De gerealiseerde opbrengst, kosten en kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing is als volgt:

De kostendekkendheid op het product afvalstoffenheffing is 105%

bedragen * € 1.000

directe kosten

directe kosten (afdrachten)

indirecte kosten (overhead)

subsidie overige inkomsten

opbrengsten

kosten dekking realisatie

Primitieve begroting 2024

1.519

6.910

214

123

8.475

99,5%

Realisatie 2024

1.416

6.734

209

359

8.418

105,0%

De hogere kostendekkendheid wordt veroozaakt door de afrekening van het DVO 2023 (eenmalig € 170.000) en een afrekening van Nedvang uit 2022 voor gescheiden afvalinzameling (eenmalig € 250.000). Het overschot is toegevoegd aan de voorziening 'reiniging'.

1.2.3 Rioolheffing

De opbrengst rioolheffing dient voor het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor de watertaken. Deze watertaken zijn het inzamelen en transporteren van huishoudelijk afvalwater, het inzamelen en transporteren van bedrijfsafvalwater en het inzamelen en verwerken van hemelwater. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen. Bij de begroting mag de opbrengst van de rioolheffing niet meer zijn dan de kosten. Als in de jaarrekening blijkt dat er meer opbrengsten zijn dan kosten, wordt deze meeropbrengst in een egalisatievoorziening riolering gestort.

De rioolheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De rioolheffing van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een afvoerrecht waarbij tariefdifferentiatie wordt toegepast. Op deze wijze wordt enigszins gevolg gegeven aan het principe dat de vervuiler betaalt. Het tarief is voor een waterverbruik tot 400 m³ (voor huishoudens) gelijk. Boven dit verbruik geldt voor iedere 50 m³ afgevoerd afvalwater of een gedeelte daarvan boven 400 m³ een opslag. Deze opslag geldt voor de zogenaamde grootverbruikers.

De uitvoering van de gemeentelijke watertaken is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In februari 2022 is het (huidige) GRP 2022-2025 vastgesteld. Conform dit GRP zijn de tarieven voor 2024 berekend naar een kostendekkendheidpercentage van 100%.

Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2024 zijn de tarieven vastgesteld.

In 2024 was de begrote opbrengst voor de rioolheffing €4,695 miljoen. Gebleken is dat de areaaluitbreiding waarmee in de begroting rekening is gehouden niet is gerealiseerd. De werkelijke opbrengst van de rioolheffing bedraagt €4,650 miljoen. Dit betekent dat er een bedrag van € 44.992 minder is opgelegd. Aan de andere kant zijn er minder kwijtscheldingen verleend, waardoor er per saldo een meer-opbrengst is van € 2.781.

1.2.3.2 Volledigheidscontrole belastingjaren 2022 en 2023

Voor het belastingjaar 2022 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 6.356 aan aanslagen rioolheffing opgelegd. Daar staat tegenover dat er ook ten onrechte opgelegde aanslagen zijn ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 4.420 op de rioolheffing voor belastingjaar 2022.

Voor het belastingjaar 2023 is in totaal €18.727 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 13.890 op de rioolheffing voor belastingjaar 2023.

1.2.3.3 Kwijtschelding rioolheffing

Voor kwijtschelding was een bedrag begroot van € 145.226. De werkelijke kwijtschelding was € 102.788 waarvan € 1.788 betrekking had op 2022 en eerder. Hierdoor zijn de kwijtscheldingskosten € 42.437 minder dan begroot.

1.2.3.4 Kostendekkendheid rioolheffing

De kostendekkendheid van het product rioolheffing was bij de begroting 100 %. In 2024 waren er minder directe kosten (loon en materiaal) als gevolg van lagere rente- en energielasten. Er waren hogere directe kosten (overdrachten) welke veroorzaakt zijn door een hogere bijdrage aan de NAD gemalendiensten. Voor de kostendekkendheidberekening voor het product riolering is de kostenonderbouwing als volgt:

Kosten per onderdeel

Toerekening

Riolering algemeen

100%

Rioolgemalen

100%

Vrijval riolering

100%

Drukriolering

100%

Reparaties drukriolering

100%

Grondwater

100%

Lasten rioolheffing

100%

Personeel uren

100%

BTW exploitatie

100%

BTW investeringen

(max € 250.000)

Kwijtscheldingen

100%

Voorziening rioleringen

100%

Voorziening baggeren (75%)

75%

Straatreiniging (25%)

25%

Overhead (75%)

75%

De gerealiseerde opbrengst, kosten en kostendekkendheid van de rioolheffing is als volgt:

De kostendekkendheid op het product rioolheffing is 100%

bedragen * € 1.000

directe kosten (loon + materiaal)

directe kosten (afdrachten)

indirecte kosten (overhead)

Subsidie Overige inkomsten

opbrengsten

kosten-dekking realisatie

Primitieve Begroting 2024

3.785

599

332

20

4.696

100%

Realisatie 2024

3.463

859

358

11

4.669

100%

1.2.4 Leges

De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers allerlei diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor gemaakt worden in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt.

De leges zijn onder te verdelen in drie titels:

  • titel 1 Algemene dienstverlening (burgerzaken en overige leges);

  • titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (bouwleges);

  • titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (horeca, evenementen en overige).

De tarieven voor 2024 zijn, waar mogelijk, berekend op 100% kostendekkendheid.

In de begroting waren de kosten begroot op circa 2,1 miljoen euro, met een verwachte opbrengst van bijna 1,9 miljoen euro. De werkelijke kosten bleken echter 2,4 miljoen euro. De daadwerkelijke opbrengsten zijn 1,2 miljoen euro. Dit verschil is voornamelijk te wijten aan een lager aantal vergunningsaanvragen en een afname van grote bouwprojecten. De daling in aanvragen was sterker dan verwacht, mogelijk als gevolg van de invoering van de Omgevingswet. Ook hebben verschillende bezwaren ertoe geleid dat leges terugbetaald moesten worden.

In 2024 hebben we in verschillende gevallen geadviseerd om vergunningaanvragen in te trekken, niet in te dienen of het vooroverleg stop te zetten. Dit deels als gevolg van het ontbreken van concreet beleid voor bepaalde situaties, zoals de realisatie van een dakopbouw. In dergelijke gevallen is geadviseerd nieuw beleid af te wachten om teleurstelling te voorkomen. Dit heeft ervoor gezorgd dat bepaalde aanvragen niet zijn ingediend, wat een negatieve impact heeft gehad op de legesopbrengsten.

De stijging van de burgerzaken leges is te wijten aan de piek in het aantal aanvragen van reisdocumenten. In 2015 is bepaald dat reisdocumeten 10 jaar geldig blijven, in plaats van 5 jaar. Hierdoor is er in 2024 een piek ontstaan in het aantal aanvragen.

1.2.4.2 Kostendekkendheid leges

De kostendekkendheid van de leges, per titel, is als volgt:

Kostendekkendheid Leges Titel 1 (bedragen in €)

Titel 1 Algemene Dienstverlening

Hoofdstuk

omschrijving

lasten

baten

kostendekkendheid

1

Burgerlijke stand

54.218

48.293

89,07%

2

Reisdocumenten

830.416

811.073

97,67%

3

Rijbewijzen

209.705

195.901

93,42%

4

Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen

28.094

25.142

89,49%

7

Overige publiekszaken

28.342

25.657

90,53%

8

Gemeentearchief

0

0

0%

9

Huisvestingswet

3.687

3.368

91,35%

13

Telecommunicatie

39.390

26.663

67,69%

14

Verkeer en vervoer

29.840

28.704

96,19%

15

Diversen

2.315

2.030

87,69%

Totaal Titel 1

1.226.805

1.167.613

95.18%

Kostendekkendheid leges titel 2 (bedragen in €)

Titel 2 Fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Omschrijving

lasten

baten

Kosten-dekkendheid

Omgevingsvergunningen

2.462.200

1.250.806

50,80%

Kostendekkendheid leges titel 3 (bedragen in €)

Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk

Omschrijving

lasten

baten

kosten-dekkendheid

1

Horeca

13.752

10.665

77,55%

2

Organiseren evenementen

8.150

6.733

82,61%

3

Marktgelden

48.717

43.085

89,44%

4

Standplaatsengelden

1.409

1.486

105,46%

6

Huisvesting

1.356

1.146

84,51%

5

In deze titel niet benoemde beschikkingen

2.445

1.397

57,41%

Totaal Titel 3

64.770

56.651

87,46%

Kostendekkendheid leges totaal (bedragen in €)

lasten

baten

kosten- dekkendheid

Totaal kostendekkendheid leges

3.764.288

2.482.931

65,96%

1.3 Toeristenbelasting

De toeristenbelasting wordt geheven van personen die tegen betaling verblijf houden in de gemeente, maar die niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. De gemeente kan de aanslag toeristenbelasting opleggen aan degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Alleen de belastingen over het 4e kwartaal kunnen pas in het volgende jaar worden berekend en opgelegd, omdat dan pas het aantal overnachtingen bekend is.

In 2024 is primair een bedrag begroot van € 213.268. De aangiften voor het 4e kwartaal zijn op het moment van het opstellen van deze jaarrekening nog niet allemaal ontvangen zodat een bedrag van € 53.403 wordt meegenomen als nog op te leggen toeristenbelasting.

Voor 2024 zijn de tarieven met 1,3% inflatiecorrectie verhoogd. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2024 zijn de tarieven vastgesteld.

1.4 Kwijtscheldingsbeleid

Als een belastingplichtige niet in staat is de belastingaanslag te voldoen, kan gedeeltelijke of gehele kwijtschelding van gemeentelijke belastingen worden verleend. De gemeente Pijnacker-Nootdorp verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemeente hanteert de zogenaamde 100%-bijstandsnorm. Dit betekent dat aan iemand kwijtschelding wordt verleend als zijn besteedbaar inkomen gelijk is aan, of lager is dan de bijstandsnorm. Voor belastingplichtigen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt als normdrag 100% van de AOW-norm. Binnen de landelijke beleidsvrijheid betekent dit dat er een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid wordt gevoerd.

1.4.1 Administratieve lastendruk verlagen

Om de administratieve lastendruk te verlagen is een contract afgesloten bij de Stichting Inlichtingenbureau. Dit is een informatieknooppunt, ingesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor gemeenten. Deze stichting kan voor de gemeente toetsen of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Dit is gebeurd voorafgaand aan de aanslagoplegging voor degene die in 2023 kwijtschelding hebben ontvangen, maar ook voor belastingschuldigen die via de website van de gemeente kwijtschelding aanvragen. Via de website wordt dan een aantal vragen gesteld. Afhankelijk van de antwoorden kan automatische toetsing plaatsvinden. Dit heeft als voordeel dat een belastingschuldige niet alle gegevens hoeft aan te leveren en er snel op een verzoek kan worden beslist. Pas als blijkt dat er bijzondere omstandigheden van toepassing zijn volgt het verzoek om stukken te overleggen. Aan 410 belastingschuldigen is op deze wijze in 2024 automatisch kwijtschelding verleend.

Er zijn in totaal, naast bovengenoemde automatische kwijtschelding, 279 verzoeken om kwijtschelding ingediend, waarvan er 136 al dan niet gedeeltelijk, zijn toegewezen.

Het totale kwijtscheldingsbedrag was voor 2024 geraamd op € 342.623. In 2024 is een bedrag van € 287.742 aan belastingen kwijtgescholden waarvan € 16.059 betrekking had op belastingaanslagen voor eerdere belastingjaren.

1.5 Lokale lastendruk en beleidsindicatoren

Hieronder treft u een overzicht aan van de diverse tarieven van de omliggende gemeenten in vergelijking met de tarieven van onze gemeente:

Tarieven in de regio 2024

Pijnacker-Nootdorp

Delft

Lansingerland

Leidschen-dam-Voorburg

Midden-Delfland

Rijswijk

OZB:

Eigendom woning

0,0712

0,0974

0,0783

0,0755

0,1099

0,0717

Eigendom niet-woning

0,2120

0.3463

0,5522

0,4643

0,2364

0,5714

Gebruik niet-woning

0,1390

0,2693

0,0000

0,0000

0,1697

0,0000

Afvalstoffenheffing:

1-persoonshuishouden

300

266

246

342

280

370

Meerpersoons-huishouden

408

417

269

414

371

533

Rioolheffing:

196

252

263

220

225

177

(De tarieven zijn afgerond op gehele euro’s.) bron: COELO

1.5.1 Beleidsindicatoren: