Lokale heffingen
1.1 Inleiding
De paragraaf lokale heffingen bevat, conform het BBV, een overzicht van inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, de lokale lastendruk en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
In de Gemeentewet en een aantal bijzondere wetten is geregeld welke heffingen (belastingen en retributies) de gemeente mag heffen.
In de gemeente Pijnacker-Nootdorp werden in 2024 de volgende gemeentelijke heffingen geheven:
onroerendezaakbelastingen;
afvalstoffenheffing;
rioolheffing;
toeristenbelasting;
leges.
Voor 2024 was de totale opbrengst van de gemeentelijke heffingen geraamd op € 27,008 miljoen. De werkelijke opbrengst bedroeg €27,102 miljoen. In onderstaande grafiek is per onderdeel aangegeven wat het aandeel in de opbrengsten in 2024 was.
De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor de verschillende heffingen vast. Uitgangspunt bij tariefsverhogingen van belastingen is dat de autonome meeropbrengst gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor belastiingjaar 2024 is uitgegaan van het financieel kader zoals vastgelegd in de Kadernota 2023. Hierin is voor het bepalen van de prijsindexatie op de budgetten gebruik gemaakt van de informatie uit het Centraal Economisch Plan zoals dat in maart 2023 door het CPB is gepubliceerd. Voor 2024 zijn de prijsindexpercentages vastgesteld op 1,3% voor inkomsten en 3,9% voor uitgaven. De onroerende-zaak belasting voor woningen en niet-woningen, honden- en toeristenbelasting zijn met de inflatiecorrectie voor inkomsten verhoogd. Voor de retributies (gemeentelijke diensten tegen betaling, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges) geldt de index op uitgaven van 3,9%. Daarnaast is bij de begrote opbrengst ook rekening gehouden met de uitbreiding van 352 woningen. De begrote opbrengsten zijn hiervoor met 1,5% verhoogd. Voor de retributies geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten die samenhangen met het leveren van de diensten. De gemeente Pijnacker-Nootdorp hanteert het standpunt dat de rechten daar waar mogelijk 100% kostendekkend zijn. Bij de verschillende heffingssoorten wordt hierop teruggekomen.
1.2 Onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges
1.2.1 Onroerendezaakbelastingen (OZB)
OZB zijn belastingen die geheven worden over in de gemeente gelegen onroerende zaken. De hoogte van de aanslag OZB wordt bepaald door de WOZ-waarde, waarop vrijstellingen van toepassing kunnen zijn. Voor de OZB van belastingjaar 2024 is de WOZ-waarde bepaald naar de waardepeildatum 1 januari 2023. OZB zijn zogenaamde tijdstipbelastingen; bepalend voor de belastingplicht is de situatie op 1 januari van het belastingjaar. Veranderingen na 1 januari, zoals verkoop van een onroerende zaak of een verhuizing, hebben geen invloed op de belastingheffing.
Bij de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen, maar ook voor eigenaren en gebruikers. Er zijn daardoor verschillende soorten aanslagen OZB, namelijk:
OZB voor eigenaren van niet-woningen;
OZB voor gebruikers van niet-woningen;
OZB voor eigenaren van woningen.
1.2.1.2 Belastingjaar 2024
Over 2024 bedraagt de gerealiseerde OZB-opbrengst € 11,5 miljoen. Er is € 111.000 meer opgelegd dan begroot. In totaal is een bedrag van € 346.000 opgenomen als 'nog op te leggen' voor de OZB van de niet-woningen. De meeropbrengst wordt veroorzaakt doordat enkele nieuwbouwwoningen meer waarde vertegewoordigen dan de gemiddelde waarde van de woningen waarbij in de begroting rekening is gehouden. De volledigheidscontrole moet nog plaatsvinden.
1.2.1.3 Belastingjaren 2023 en oudere jaren
Na de volledigheidscontrole is per saldo € 293.000 opgelegd aan Onroerende-zaak belastingen over het belastingjaar 2023. Dit resulteert in een meeropbrengst van € 233.000 voor belastingjaar 2023 ( 1,7% van de totale OZB voor 2023)
Voor het belastingjaar 2022 is naar aanleiding van de volledigheidscontrole nog een meeropbrengst van €49.000 gerealiseerd (0,29% van de totale OZB voor 2022)
1.2.1.4. Bezwaren en beroepen tegen de WOZ-waarden
Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden die binnen het taakveld WOZ/Belastingen wordt uitgevoerd betreft de waardering van de WOZ-waarden van de onroerende zaken binnen de gemeente. Jaarlijks worden wij ook geconfronteerd met bezwaren tegen de WOZ-beschikkingen, met name door ondernemingen die op basis van no-cure-no-pay bezwaar indienen namens de burgers (gemachtigde). De rijksoverheid, met namen de staatssecretaris van Financiën heeft stappen ondernomen om de kostenvergoedingen die dergeljke ondernemening van de gemeente ontvangen te matigen.
Het overzicht van de bezwaren van de afgelopen jaren is als volgt:
1.2.1.4.1. Overzicht ingediende bezwaarschriften tegen de WOZ-waarden
Belastingjaar | Bezwaar door burger | Gegrond verklaart | Bezwaar via gemachtigde | Gegrond verklaart | Totaal aantal bezwaren |
2022 | 259 | 53 | 277 | 41 | 536 |
2023 | 733 | 205 | 721 | 94 | 1454 |
2024 | 297 | 76 | 506 | 45 | 803 |
In verband met de ongegrond verklaarde bezwaren is er over belastingjaar 2023 een grote hoeveelheid aan zaken voorgelegd aan de rechter. Het overzicht van deze beroepszaken van de afgelopen jaren is als volgt:
1.2.1.4.2 Overzicht ingediende beroepschriften
Belastingjaar | Beroep door de burger | Beroep via gemachtigde | totaal gegrond verklaart | Nog in behandeling bij de rechtbank |
2022 | 21 | 14 | 13 | 0 |
2023 | 25 | 108 | 1 | 38 |
2024* | 10 | PM | PM | 10 |
Van het aantal ingediende beroepschriften over belastingjaar 2023 is in 11 zaken overeenstemming bereikt vóórdat de zaak door de rechtbank is behandeld.
* Voor belastingjaar 2024 loopt op het moment van het opstellen van deze paragraaf de termijn nog voor het indienen van een beroepschrift.
1.2.2 Afvalstoffenheffing
De opbrengst van de afvalstoffenheffing dient ter dekking van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. De geraamde baten mogen niet uitgaan boven de geraamde lasten. De kosten in verband met bedrijfsafval brengt de gemeente niet in rekening via belastingheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten.
De afvalstoffenheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De grondslag voor de afvalstoffenheffing is het aantal personen per huishouden. Op basis van het uitgangspunt de vervuiler betaalt kent de gemeente een gedifferentieerd tarief, namelijk voor:
een éénpersoonshuishouden;
een tweepersoonshuishouden;
een meerpersoonshuishouden.
In 2024 was de begrote opbrengst van de afvalstoffenheffing € 8,474 miljoen. Ten tijde van het opstellen van de begroting was de areaaluitbreiding begroot op 352 woningen. Het aantal woningen dat is gerealiseerd in 2024 is in totaal 201. Hierdoor is de werkelijke opbrengst voor belastingjaar 2024 lager dan begroot, namelijk € 8,401 miljoen.
1.2.2.2 Volledigheidscontrole belastingjaren 2022 en 2023
Voor het belastingjaar 2023 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 13.146,11 aan aanslagen afvalstoffenheffing opgelegd. Dit bedrag kan worden aangeduid als een meeropbrengst op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2023.
Voor het belastingjaar 2022 is vanuit de volledigheidscontrole een bedrag van € 4.146,16 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meeropbrengst gegenereerd van € 3.963,88 op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2022.
1.2.2.3 Kwijtschelding afvalstoffenheffing
Voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing was een bedrag begroot van € 197.397. De werkelijke kwijtschelding was € 184.953 waarvan € 2.691,52 betrekking had op 2022 en eerder. Hierdoor zijn de kwijtscheldingskosten € 12.443 minder dan begroot.
1.2.2.4 Kostendekkendheid afvalstoffenheffing
Bij de begroting 2024 is de index op de inkomsten voor de afvalstoffenheffing 6,5%. Hierdoor is de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing begroot op 99,5%.
Voor de kostendekkendheidberekening voor het product afval is de kostenonderbouwing als volgt:
Kostentoerekening per onderdeel | Toerekening |
DVO Avalex | 100% |
Exploitatie inzamelen middelen | 100% |
Straatvegen | 25% |
Straatreiniging | 25% |
Personeelskosten | 100% |
BTW-verrekening | max. €1.1 mln. |
Kwijtscheldingen | 100% |
Overhead | 100% |
De gerealiseerde opbrengst, kosten en kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing is als volgt:
De kostendekkendheid op het product afvalstoffenheffing is 105%
bedragen * € 1.000 | directe kosten | directe kosten (afdrachten) | indirecte kosten (overhead) | subsidie overige inkomsten | opbrengsten | kosten dekking realisatie |
---|---|---|---|---|---|---|
Primitieve begroting 2024 | 1.519 | 6.910 | 214 | 123 | 8.475 | 99,5% |
Realisatie 2024 | 1.416 | 6.734 | 209 | 359 | 8.418 | 105,0% |
De hogere kostendekkendheid wordt veroozaakt door de afrekening van het DVO 2023 (eenmalig € 170.000) en een afrekening van Nedvang uit 2022 voor gescheiden afvalinzameling (eenmalig € 250.000). Het overschot is toegevoegd aan de voorziening 'reiniging'.
1.2.3 Rioolheffing
De opbrengst rioolheffing dient voor het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor de watertaken. Deze watertaken zijn het inzamelen en transporteren van huishoudelijk afvalwater, het inzamelen en transporteren van bedrijfsafvalwater en het inzamelen en verwerken van hemelwater. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen. Bij de begroting mag de opbrengst van de rioolheffing niet meer zijn dan de kosten. Als in de jaarrekening blijkt dat er meer opbrengsten zijn dan kosten, wordt deze meeropbrengst in een egalisatievoorziening riolering gestort.
De rioolheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De rioolheffing van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een afvoerrecht waarbij tariefdifferentiatie wordt toegepast. Op deze wijze wordt enigszins gevolg gegeven aan het principe dat de vervuiler betaalt. Het tarief is voor een waterverbruik tot 400 m³ (voor huishoudens) gelijk. Boven dit verbruik geldt voor iedere 50 m³ afgevoerd afvalwater of een gedeelte daarvan boven 400 m³ een opslag. Deze opslag geldt voor de zogenaamde grootverbruikers.
De uitvoering van de gemeentelijke watertaken is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In februari 2022 is het (huidige) GRP 2022-2025 vastgesteld. Conform dit GRP zijn de tarieven voor 2024 berekend naar een kostendekkendheidpercentage van 100%.
Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2024 zijn de tarieven vastgesteld.
In 2024 was de begrote opbrengst voor de rioolheffing €4,695 miljoen. Gebleken is dat de areaaluitbreiding waarmee in de begroting rekening is gehouden niet is gerealiseerd. De werkelijke opbrengst van de rioolheffing bedraagt €4,650 miljoen. Dit betekent dat er een bedrag van € 44.992 minder is opgelegd. Aan de andere kant zijn er minder kwijtscheldingen verleend, waardoor er per saldo een meer-opbrengst is van € 2.781.
1.2.3.2 Volledigheidscontrole belastingjaren 2022 en 2023
Voor het belastingjaar 2022 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 6.356 aan aanslagen rioolheffing opgelegd. Daar staat tegenover dat er ook ten onrechte opgelegde aanslagen zijn ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 4.420 op de rioolheffing voor belastingjaar 2022.
Voor het belastingjaar 2023 is in totaal €18.727 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereerd van € 13.890 op de rioolheffing voor belastingjaar 2023.
1.2.3.3 Kwijtschelding rioolheffing
Voor kwijtschelding was een bedrag begroot van € 145.226. De werkelijke kwijtschelding was € 102.788 waarvan € 1.788 betrekking had op 2022 en eerder. Hierdoor zijn de kwijtscheldingskosten € 42.437 minder dan begroot.
1.2.3.4 Kostendekkendheid rioolheffing
De kostendekkendheid van het product rioolheffing was bij de begroting 100 %. In 2024 waren er minder directe kosten (loon en materiaal) als gevolg van lagere rente- en energielasten. Er waren hogere directe kosten (overdrachten) welke veroorzaakt zijn door een hogere bijdrage aan de NAD gemalendiensten. Voor de kostendekkendheidberekening voor het product riolering is de kostenonderbouwing als volgt:
Kosten per onderdeel | Toerekening |
Riolering algemeen | 100% |
Rioolgemalen | 100% |
Vrijval riolering | 100% |
Drukriolering | 100% |
Reparaties drukriolering | 100% |
Grondwater | 100% |
Lasten rioolheffing | 100% |
Personeel uren | 100% |
BTW exploitatie | 100% |
BTW investeringen | (max € 250.000) |
Kwijtscheldingen | 100% |
Voorziening rioleringen | 100% |
Voorziening baggeren (75%) | 75% |
Straatreiniging (25%) | 25% |
Overhead (75%) | 75% |
De gerealiseerde opbrengst, kosten en kostendekkendheid van de rioolheffing is als volgt:
De kostendekkendheid op het product rioolheffing is 100%
bedragen * € 1.000 | directe kosten (loon + materiaal) | directe kosten (afdrachten) | indirecte kosten (overhead) | Subsidie Overige inkomsten | opbrengsten | kosten-dekking realisatie |
---|---|---|---|---|---|---|
Primitieve Begroting 2024 | 3.785 | 599 | 332 | 20 | 4.696 | 100% |
Realisatie 2024 | 3.463 | 859 | 358 | 11 | 4.669 | 100% |
1.2.4 Leges
De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers allerlei diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor gemaakt worden in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt.
De leges zijn onder te verdelen in drie titels:
titel 1 Algemene dienstverlening (burgerzaken en overige leges);
titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (bouwleges);
titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (horeca, evenementen en overige).
De tarieven voor 2024 zijn, waar mogelijk, berekend op 100% kostendekkendheid.
In de begroting waren de kosten begroot op circa 2,1 miljoen euro, met een verwachte opbrengst van bijna 1,9 miljoen euro. De werkelijke kosten bleken echter 2,4 miljoen euro. De daadwerkelijke opbrengsten zijn 1,2 miljoen euro. Dit verschil is voornamelijk te wijten aan een lager aantal vergunningsaanvragen en een afname van grote bouwprojecten. De daling in aanvragen was sterker dan verwacht, mogelijk als gevolg van de invoering van de Omgevingswet. Ook hebben verschillende bezwaren ertoe geleid dat leges terugbetaald moesten worden.
In 2024 hebben we in verschillende gevallen geadviseerd om vergunningaanvragen in te trekken, niet in te dienen of het vooroverleg stop te zetten. Dit deels als gevolg van het ontbreken van concreet beleid voor bepaalde situaties, zoals de realisatie van een dakopbouw. In dergelijke gevallen is geadviseerd nieuw beleid af te wachten om teleurstelling te voorkomen. Dit heeft ervoor gezorgd dat bepaalde aanvragen niet zijn ingediend, wat een negatieve impact heeft gehad op de legesopbrengsten.
De stijging van de burgerzaken leges is te wijten aan de piek in het aantal aanvragen van reisdocumenten. In 2015 is bepaald dat reisdocumeten 10 jaar geldig blijven, in plaats van 5 jaar. Hierdoor is er in 2024 een piek ontstaan in het aantal aanvragen.
1.2.4.2 Kostendekkendheid leges
De kostendekkendheid van de leges, per titel, is als volgt:
Kostendekkendheid Leges Titel 1 (bedragen in €) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Titel 1 Algemene Dienstverlening | |||||
Hoofdstuk | omschrijving | lasten | baten | kostendekkendheid | |
1 | Burgerlijke stand | 54.218 | 48.293 | 89,07% | |
2 | Reisdocumenten | 830.416 | 811.073 | 97,67% | |
3 | Rijbewijzen | 209.705 | 195.901 | 93,42% | |
4 | Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen | 28.094 | 25.142 | 89,49% | |
7 | Overige publiekszaken | 28.342 | 25.657 | 90,53% | |
8 | Gemeentearchief | 0 | 0 | 0% | |
9 | Huisvestingswet | 3.687 | 3.368 | 91,35% | |
13 | Telecommunicatie | 39.390 | 26.663 | 67,69% | |
14 | Verkeer en vervoer | 29.840 | 28.704 | 96,19% | |
15 | Diversen | 2.315 | 2.030 | 87,69% | |
Totaal Titel 1 | 1.226.805 | 1.167.613 | 95.18% |
Kostendekkendheid leges titel 2 (bedragen in €) | |||
---|---|---|---|
Titel 2 Fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | |||
Omschrijving | lasten | baten | Kosten-dekkendheid |
Omgevingsvergunningen | 2.462.200 | 1.250.806 | 50,80% |
Kostendekkendheid leges titel 3 (bedragen in €) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn | |||||
Hoofdstuk | Omschrijving | lasten | baten | kosten-dekkendheid | |
1 | Horeca | 13.752 | 10.665 | 77,55% | |
2 | Organiseren evenementen | 8.150 | 6.733 | 82,61% | |
3 | Marktgelden | 48.717 | 43.085 | 89,44% | |
4 | Standplaatsengelden | 1.409 | 1.486 | 105,46% | |
6 | Huisvesting | 1.356 | 1.146 | 84,51% | |
5 | In deze titel niet benoemde beschikkingen | 2.445 | 1.397 | 57,41% | |
Totaal Titel 3 | 64.770 | 56.651 | 87,46% |
Kostendekkendheid leges totaal (bedragen in €) | lasten | baten | kosten- dekkendheid |
---|---|---|---|
Totaal kostendekkendheid leges | 3.764.288 | 2.482.931 | 65,96% |
1.3 Toeristenbelasting
De toeristenbelasting wordt geheven van personen die tegen betaling verblijf houden in de gemeente, maar die niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. De gemeente kan de aanslag toeristenbelasting opleggen aan degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Alleen de belastingen over het 4e kwartaal kunnen pas in het volgende jaar worden berekend en opgelegd, omdat dan pas het aantal overnachtingen bekend is.
In 2024 is primair een bedrag begroot van € 213.268. De aangiften voor het 4e kwartaal zijn op het moment van het opstellen van deze jaarrekening nog niet allemaal ontvangen zodat een bedrag van € 53.403 wordt meegenomen als nog op te leggen toeristenbelasting.
Voor 2024 zijn de tarieven met 1,3% inflatiecorrectie verhoogd. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2024 zijn de tarieven vastgesteld.
1.4 Kwijtscheldingsbeleid
Als een belastingplichtige niet in staat is de belastingaanslag te voldoen, kan gedeeltelijke of gehele kwijtschelding van gemeentelijke belastingen worden verleend. De gemeente Pijnacker-Nootdorp verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemeente hanteert de zogenaamde 100%-bijstandsnorm. Dit betekent dat aan iemand kwijtschelding wordt verleend als zijn besteedbaar inkomen gelijk is aan, of lager is dan de bijstandsnorm. Voor belastingplichtigen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt geldt als normdrag 100% van de AOW-norm. Binnen de landelijke beleidsvrijheid betekent dit dat er een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid wordt gevoerd.
1.4.1 Administratieve lastendruk verlagen
Om de administratieve lastendruk te verlagen is een contract afgesloten bij de Stichting Inlichtingenbureau. Dit is een informatieknooppunt, ingesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor gemeenten. Deze stichting kan voor de gemeente toetsen of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Dit is gebeurd voorafgaand aan de aanslagoplegging voor degene die in 2023 kwijtschelding hebben ontvangen, maar ook voor belastingschuldigen die via de website van de gemeente kwijtschelding aanvragen. Via de website wordt dan een aantal vragen gesteld. Afhankelijk van de antwoorden kan automatische toetsing plaatsvinden. Dit heeft als voordeel dat een belastingschuldige niet alle gegevens hoeft aan te leveren en er snel op een verzoek kan worden beslist. Pas als blijkt dat er bijzondere omstandigheden van toepassing zijn volgt het verzoek om stukken te overleggen. Aan 410 belastingschuldigen is op deze wijze in 2024 automatisch kwijtschelding verleend.
Er zijn in totaal, naast bovengenoemde automatische kwijtschelding, 279 verzoeken om kwijtschelding ingediend, waarvan er 136 al dan niet gedeeltelijk, zijn toegewezen.
Het totale kwijtscheldingsbedrag was voor 2024 geraamd op € 342.623. In 2024 is een bedrag van € 287.742 aan belastingen kwijtgescholden waarvan € 16.059 betrekking had op belastingaanslagen voor eerdere belastingjaren.
1.5 Lokale lastendruk en beleidsindicatoren
Hieronder treft u een overzicht aan van de diverse tarieven van de omliggende gemeenten in vergelijking met de tarieven van onze gemeente:
Tarieven in de regio 2024 | Pijnacker-Nootdorp | Delft | Lansingerland | Leidschen-dam-Voorburg | Midden-Delfland | Rijswijk |
---|---|---|---|---|---|---|
OZB: | ||||||
Eigendom woning | 0,0712 | 0,0974 | 0,0783 | 0,0755 | 0,1099 | 0,0717 |
Eigendom niet-woning | 0,2120 | 0.3463 | 0,5522 | 0,4643 | 0,2364 | 0,5714 |
Gebruik niet-woning | 0,1390 | 0,2693 | 0,0000 | 0,0000 | 0,1697 | 0,0000 |
Afvalstoffenheffing: | ||||||
1-persoonshuishouden | 300 | 266 | 246 | 342 | 280 | 370 |
Meerpersoons-huishouden | 408 | 417 | 269 | 414 | 371 | 533 |
Rioolheffing: | 196 | 252 | 263 | 220 | 225 | 177 |
(De tarieven zijn afgerond op gehele euro’s.) bron: COELO