Algemene omschrijving

Het programma Individuele voorzieningen bestaat uit de volgende zeven onderdelen:

  1. Inkomensregelingen;

  2. Begeleide participatie;

  3. Arbeidsparticipatie;

  4. Schuldhulpverlening;

  5. Maatwerkvoorzieningen Wmo en maatwerkdienstverlening 18+;

  6. Geëscaleerde zorg 18+;

  7. Maatwerkdienstverlening 18-;

  8. Geëscaleerde zorg 18-jeugdhulp.

We willen bereiken dat iedereen naar vermogen en volwaardig kan meedoen in de samenleving. Of zoals het in het raadsakkoord op hoofdlijnen 2022-2026 staat: we beseffen dat zelfredzaamheid niet voor iedereen haalbaar is. De maatschappij kan voor mensen te complex zijn, waardoor (tijdelijk) ondersteuning nodig kan zijn.

Wat wilden we bereiken ?

Doelstelling

Individuele voorzieningen voor inwoners die het (tijdelijk) nodig hebben om deel te kunnen (blijven) nemen aan de samenleving

Wat wilden we bereiken

Iedereen kan naar vermogen als volwaardig lid deelnemen aan het maatschappelijk verkeer

Adequate en passende ondersteuning binnen verantwoorde financiële kaders

Wat hebben we daarvoor gedaan

1. We bieden laagdrempelige en doelmatige oplossingen voor jongeren, ouderen, gezinnen en inwoners in een kwetsbare positie

2. We continueren de maatregelen om de kosten te beheersen en de kwaliteit te borgen

De komende jaren gaan we door met het ontwikkelen van de transformatie van het sociaal domein waarin de inwoner centraal staat: we zijn open en betrokken en bieden laagdrempelige en doelmatige oplossingen voor kinderen, jongeren, ouderen en gezinnen in een kwetsbare positie. Systemen zijn hierbij niet leidend. Het bieden van bestaanszekerheid is hierbij een belangrijk thema.

In onze huidige visie op het sociaal domein hebben inwoners aandacht voor elkaar en vinden ze het normaal zelfredzaam en zelfwerkzaam te zijn. We beseffen dat zelfredzaamheid niet voor iedereen haalbaar is. De maatschappij kan voor mensen complex zijn waardoor zij (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. Een doelmatig werkend (professioneel) vangnet is het sluitstuk binnen dit perspectief. In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken te komen tot actualisatie van de visie op het sociaal domein. Met de actualisatie van de visie willen we nog meer in samenhang antwoord geven op (toekomstige) maatschappelijke vraagstukken en opgaven, zoals de demografische ontwikkeling, de kostenontwikkeling, extra taken voor de gemeente en de veranderingen in onze samenleving. De nieuwe visie op het sociaal domein is in juli 2024 vastgesteld door de gemeenteraad.

Ondanks het interventieplan Grip op het sociaal domein (2020-2022) zien wij in 2023 en 2024 een verdere kostenstijging in het sociaal domein. Het plan wordt in het kader van deze stijging en als onderdeel van de nieuwe visie op het sociaal domein verder doorontwikkeld en naar verwachting in het tweede kwartaal van 2025 aan de gemeenteraad voorgelegd. We blijven alert op nieuwe kansen en signaleren ontwikkelingen. Hierbij kijken we niet alleen naar de toegang, het (preventieve) aanbod en samenwerking met zorgaanbieders en maatschappelijke partners, maar ook kritisch naar onze eigen organisatie. Om zo ook in de toekomst zorg en ondersteuning te kunnen blijven verlenen. Deze is adequaat en passend, zo licht en zo kort mogelijk en komt alleen terecht bij de inwoners die dit het meest nodig hebben.

De gemeente heeft een bepalende rol bij de inzet van de individuele voorzieningen. Dit vanuit verschillende wettelijke kaders: de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, de Wet inburgering en de Wet schuldhulpverlening. Uitgangspunt is om integraal en ontschot hulp te bieden vanuit de verschillende regelingen. Waar nodig worden gezinnen ondersteund vanuit één plan.

Dit programma staat niet op zichzelf. Het heeft een duidelijke relatie met programma 6 ‘collectieve voorzieningen’. In programma 6 worden immers activiteiten en diensten ontwikkeld die voorliggend of aanvullend zijn op de individuele voorzieningen. Deze collectieve voorzieningen spelen een cruciale rol bij preventie, het vroeg signaleren van problemen en het vergroten van de zelfredzaamheid van inwoners. Binnen dit programma wordt ook verbinding gelegd met andere programma’s zoals wonen, onderwijs, economie en veiligheid.

Inwoners zijn gezond en ontwikkelen zich naar vermogen

Inkomensregelingen

Op 31 december 2023 werd aan 458 huishoudens een bijstandsuitkering verstrekt. Op 31 december 2024 is dit gestegen naar 493. Dit kan worden verklaard met de oplevering van nieuwe sociale huurwoningen. Grafiek 7.1 laat het aantal personen met een bijstandsuitkering zien. Volgens de meest recente CBS-cijfers zijn dit in 2024 140 personen per 10.000 inwoners. Landelijk is dit aantal 340 per 10.000 inwoners.

Armoede

In 2023 is een armoedemonitor uitgevoerd over het jaar 2022. Onze gemeente had in 2022, 929 minimahuishoudens met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 4% van alle huishoudens. Hiervan hadden 764 huishoudens een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 3,3% van alle huishoudens. Dit betekent een afname van 0,4% van het aantal minimahuishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum ten opzichte van 2018.

In onze gemeente woonden in 2022, 13.310 kinderen van 0 tot 18 jaar. Hiervan groeien 819 kinderen op in een minimahuishouden met een inkomen tot 130% van het wettelijke sociaal minimum. Dit is 6,1% van alle opgroeiende kinderen in Pijnacker-Nootdorp. Hiervan groeiden 458 kinderen op in een huishouden met een inkomen tot 100% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 3,4% van alle opgroeiende kinderen in Pijnacker-Nootdorp. Het aandeel minimakinderen in Pijnacker-Nootdorp ligt lager dan landelijk.

Grafiek 7.2 geeft vanwege BBV-voorschriften1 een andere indicator dan het aantal kinderen in minimahuishoudens. Namelijk het aantal kinderen in uitkeringsgezinnen. In 2022 was dit 3% in Pijnacker-Nootdorp en 6% landelijk. Ook de armoedemonitor 2022 laat een dalende trend zien in het aantal minimakinderen in Pijnacker-Nootdorp dat opgroeit in een huishouden met een uitkering.

Kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 130% kunnen gebruik maken van het kindpakket van Stichting Leergeld. Een kindpakket bestaat uit verschillende onderdelen, zoals een schoolspullenpas of fiets. Ook kunnen zij lid worden van een sport- en/of cultuurvereniging via het Jeugdfonds Sport & Cultuur. De overeenkomst met Stichting Leergeld is in 2022 met vier jaar verlengd. Ook in 2024 is het mogelijk voor kinderen om zowel een sportieve als culturele activiteit gelijktijdig te doen via het fonds. Ook is de Rotterdampas te koop. Voor minimahuishoudens is deze met korting of gratis beschikbaar.

In 2024 zijn er bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur, 229 aanvragen voor sport goedgekeurd. Voor cultuur zijn er 24 aanvragen goedgekeurd. Dit is een kleine daling ten opzichte van 2023. Bij Stichting Leergeld zijn er in tot en met Q3 2024, 1276 aanvragen, verdeeld over 496 kinderen toegekend. Medio 2023 zijn we gestart met het Volwassenenfonds Sport & Cultuur. Dat jaar zijn 36 aanvragen toegekend, waarvan 34 voor sport en 2 voor cultuur. In 2024 is dat opgelopen naar 94 aanvragen, bestaande uit 91 voor sport en 3 voor cultuur.

Energietoeslag

In verband met de gestegen energiekosten ontvingen in 2023 huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum een aanvulling op de energietoeslag 2022 van maximaal € 500. In totaal is aan 1333 huishoudens een aanvulling uitgekeerd. In november en december 2023 zijn in totaal 1122 energietoeslagen ambtshalve toegekend en uitbetaald aan huishoudens met een (aanvullende) bijstandsuitkering en huishoudens die vorig jaar een energietoeslag hebben ontvangen en volgens onze gegevens nog steeds voldoen aan de criteria. 60 van deze huishoudens vielen met hun inkomen tussen de 120% en 130% van het sociaal minimum en hebben een halve energietoeslag ontvangen.

In totaal 345 huishoudens die vorig jaar een energietoeslag hebben ontvangen kwamen niet in aanmerking voor een ambtshalve uitbetaling. Redenen hiervoor zijn: overlijden, verhuizing, gewijzigde inkomsten, gewijzigde samenstelling van het huishouden of voldoen niet aan de voorwaarden van de energietoeslag 2023. Overige huishoudens konden de energietoeslag 2023 aanvragen vanaf 20 december 2023 t/m 30 april 2024. Op 31 december 2023 zijn er in totaal 48 aanvragen voor de energietoeslag 2023 ingediend. Uiteindelijk zijn er 348 aanvragen gedaan, waarvan er 199 (gedeeltelijk) zijn toegekend.

Energietoeslag 2023:

  • Ambtshalve uitgekeerd 100%: 1062 energietoeslagen

  • Ambtshalve uitgekeerd 50%: 60 energietoeslagen

  • Op aanvraag toegekend 100%: 139 energietoeslagen

  • Op aanvraag toegekend 50%: 60 energietoeslagen

  • Totaal: 1321 energietoeslagen

Schuldhulpverlening

De afgelopen jaren zijn er, zowel landelijk als lokaal, verschillende ontwikkelingen geweest op het gebied van schuldhulpverlening. In het voorjaar van 2024 presenteerden het kabinet, de VNG, NVVK en Divosa een actieplan om de basisdienstverlening van schuldhulpverlening te verbeteren. Dit initiatief is bedoeld om de toegankelijkheid en kwaliteit van de schuldhulpverlening in Nederland te verbeteren en gelijker te maken. Met een aantal elementen zijn we in 2024 al aan de slag gegaan. In 2025 wordt het beleidsplan schuldhulpverlening geactualiseerd en zal dit verder aandacht krijgen.

In 2023 zijn we gestart met het doorontwikkelen en verder professionaliseren van de dienstverlening aan ondernemers en zzp'ers. Dit proces hebben we in het eerste kwartaal van 2024 afgerond. Concreet betekent dit dat twee van onze medewerkers geschoold zijn in de doelgroep ondernemers, waardoor hun inhoudelijke kennis en kunde is verbeterd en zij binnen team schuldhulpverlening het vaste aanspreekpunt zijn geworden voor ondernemers. Daarnaast betekent de professionalisering dat we gedurende het hele hulptraject regie voeren en meer grip hebben op de voortgang, de kwaliteit en de resultaten van de schulddienstverlening aan ondernemers. In 2024 hebben we ingezet op het geven van ruchtbaarheid aan dit dienstverleningsaanbod. Met resultaat: ondernemers en zzp'ers weten ons steeds beter te vinden en we zagen het aantal hulpvragen in 2024 toenemen.

Naast een toenemend aantal hulpvragen van ondernemers en zzp'ers zagen we ook een toename aan hulpvragen van particuliere inwoners. Waar de afgelopen jaren het aantal hulpvragen relatief stabiel bleef, was er in 2024 een lichte stijging zichtbaar. Deze trend deed zich ook landelijk voor. Een mogelijke verklaring hiervoor is het stoppen van de steunmaatregelen vanuit de Rijksoverheid, waardoor ondernemers en particulieren zonder extra hulp moeten rondkomen. Tegelijkertijd speelt de inflatie nog steeds, wat bijdraagt aan financiële druk. Deze factoren maakten dat de gevolgen van de pandemie zichtbaarder waren in 2024 ten opzichte van eerdere jaren.

Verder zijn we in 2024 gebruik gaan maken van ons adviesrecht. Het adviesrecht is van toepassing na de instelling van het bewind door de rechtbank en geeft de gemeente meer mogelijkheden om regie te voeren op de door- en uitstroom van beschermingsbewind. Ook zorgt het ervoor dat een aanmelding bij schuldhulpverlening sneller tot stand kan komen. Het adviesrecht betekent dat de gemeente advies geeft aan de rechtbank over of zij beschermingsbewind een passende vorm van ondersteuning vindt en zo niet, welke andere, lichtere ondersteuningsvormen naar haar mening ook volstaan. In 2024 hebben we twee adviezen uitgebracht.

Tot slot werkten we in 2024 weer nauw samen met onze partners binnen het netwerk Preventie, Schuldhulpverlening en Nazorg. In de Week van het Geld hielden we inloopspreekuren bij SWOP en de bibliotheek om samen met inwoners de potjescheck te doen. Ook organiseerden we opnieuw een Workshopdag, die net als voorgaande jaren goed bezocht en ontvangen werd. Deze dag is bedoeld voor professionals en vrijwilligers om elkaar te ontmoeten, samen te ontwikkelen en samen kennis te vergroten. Deze keer stonden de thema’s: cultuursensitief werken, omgaan met LVB, laaggeletterdheid en omgaan met agressie centraal.

Vroegsignalering

Een belangrijk preventiemaatregel om (problematische) schulden te voorkomen is het vroegtijdig signaleren van betalingsachterstanden. In 2020 is het convenant Vroeg Eropaf gesloten met zes signaalorganisaties, waaronder woningcorporatie Rondom Wonen en waterbedrijf Dunea. Ieder jaar neemt het aantal organisaties dat deelneemt aan het convenant toe. Eind 2024 stond de teller op 19 signaalpartners op het gebied van wonen, 24 op het gebied van energie, 6 op het gebied van zorg en 1 waterbedrijf. Ook bij vroegsignalering zagen we een toenemend aantal signalen in 2024 ten opzichte van 2023. Het is lastig te duiden wat de oorzaak hiervan is. Het zou kunnen betekenen dat meer inwoners met betalingsachterstanden te maken hebben, maar het kan er ook mee te maken hebben dat steeds meer signaalpartners signalen bij ons aanleveren.

Begeleide participatie

In 2023 werkten 29 SE (is ongeveer gelijk aan een fte) op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). 20 SE zijn werkzaam bij Werkse! in Den Hoorn en 9 SE werken bij de Binnenbaan in Zoetermeer.

Onze gemeente begeleidt op 31 december 2024, 176 inwoners met een (vermoedelijke) arbeidsbeperking. Hiervan zijn 95 inwoners jonger dan 27 jaar. Van deze jongeren ontvangen 30 jongeren een uitkering, bijvoorbeeld vanwege een diagnoseperiode, dagbesteding of omdat zij nog niet in staat zijn om te werken. De andere 65 jongeren volgen een opleiding of zijn aan het werk. Vaak met loonkostensubsidie of begeleiding van een jobcoach. Inwoners die uitsluitend onder beschutte omstandigheden kunnen werken krijgen een beschut werk indicatie. Gemeenten zijn verplicht beschutte werkplekken aan te bieden aan inwoners met een beschut werk indicatie. In 2024 bedraagt onze taakstelling beschut werk: 17 plekken. Op 31 december 2024 hebben 19 inwoners een indicatie beschut werk. Zij werken bij de sociale werkbedrijven Werkse! in Den Hoorn, de Binnenbaan in Zoetermeer en bij de Hoogwerkers in Pijnacker-Nootdorp (onderdeel van Zorgkwekerij Bloei).

Arbeidsparticipatie

De netto arbeidsparticipatie van onze inwoners was in 2023 78,5%. In Nederland was dit 73,1% (zie grafiek 7.3).
Netto arbeidsparticipatie betekent het percentage van werkzame inwoners ten opzichte van inwoners die potentieel kunnen werken.

In 2023 waren er in onze gemeente 542,8 banen per 1.000 inwoners van 15 - 64 jaar. Landelijk is dit 891,8 per 1.000 inwoners (zie grafiek 7.4). Een groot deel van onze inwoners werkt dus niet bin­nen de gemeente. Ook voor onze inwoners met een bijstandsuitkering betekent dit, dat zij voor werk voor een belang­rijk deel afhankelijk zijn van werkgelegenheid in de regio (zie ook programma 2). Daarom werken wij samen met het UWV en de gemeenten Zoetermeer, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en Wassenaar samen in de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal. De samenwerking in de arbeidsmarktregio gaat niet langer alleen om het begeleiden van kwetsbare inwoners (met een uitkering), maar ook om het bieden van ondersteuning aan inwoners ter voorkoming van (langdurige) werkloosheid: van school naar werk of van werk naar werk.

Om inwoners aan het werk te helpen, worden re-integratievoorzieningen ingezet. De bovenstaande grafiek laat het aantal ingezette re-integratievoorzieningen zien. Voorbeelden zijn Work8, de werkacademie en bemiddeling via het werkgeversservicepunt. Daarnaast hebben wij een top-30 aanpak ontwikkeld. Bij het re-integratietraject Work8 worden inwoners intensief en groepsgewijs getraind. Inwoners die nog niet bemid­delbaar zijn, worden geplaatst op re-integratietrajecten om arbeidsritme en werkervaring op te doen. Het aantal lopende re-integratievoorzieningen hangt samen met het aantal personen met bijstandsgerechtigden. Deze is lager dan het landelijk gemiddelde.

De nieuwe Wet inburgering is op 1 januari 2022 in werking getreden. Deze nieuwe Wet heeft als doel dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in de Nederlandse samenleving. Vanaf half 2022 is de instroom van statushouders die inburgeren onder de nieuwe wet goed op stoom gekomen. Dit heeft zich doorgezet in 2024. Het gaat voor 2024 om in totaal 68 statushouders. 34 statushouders hebben een persoonlijk inburgeringsplan (PIP) ondertekend en zijn gestart met hun leerroute. 39 statushouders bevinden zich in de fase van de brede intake/ opstellen van het PIP (inclusief leerbaarheidstoets). Voor 28 statushouders wordt de brede intake op korte termijn gestart.

Jeugd groeit gezond, veilig en kansrijk op

De informatie over het gebruik van jeugdhulpvoorzieningen is in ontwikkeling. Dit geeft een steeds beter beeld van de stand van zaken.

Van onze jongeren van 0-18 jaar, heeft 11,3 % in 2024 een jeugdhulpvoorziening nodig gehad. Dit is afgenomen ten opzichte van 2023. Toen was dit 13,1% (zie grafiek 7.6).

Vanaf 2018 zagen we de kosten voor jeugdhulp in onze gemeente sterk stijgen. Vanaf 2021 zien we de kosten voor jeugdhulp afvlakken, dalen in 2022 en vanaf 2023 neemt het weer toe.

In de regio werken we samen aan de uitvoering van de Regiovisie jeugdhulp Haaglanden 2021-2026. Op basis van de derde regiomonitor is het Regionale Uitvoeringsplan 2025-2026 opgesteld en ligt voor aan de raad in februari 2025.. Met de regiovisie willen we bereiken dat alle kinderen en jongeren gezond, veilig en kansrijk opgroeien, bij hun eigen ouders en waarbij zij zich ontwikkelen tot veerkrachtige (jong)volwassenen die naar vermogen actief meedoen in de samenleving. De regiovisie gaat ook over de verbinding tussen jeugdhulp en andere onderwerpen in het sociaal domein (zoals onderwijs) en richt zich vooral op gezinnen/kinderen in kwetsbare situaties. Het gaat ook over de samenwerking tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders, zoals onder andere over de wachttijden in de jeugdhulp, afbouw van gesloten jeugdzorg en versterking van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp.

Geëscaleerde zorg 18-

Van onze jongeren tot 18 jaar had 0,3 % in 2024 te maken had met jeugdbe­scherming. Dit is lager dan landelijk. Dat is 0.9% (zie grafiek 7.7).

Het percentage jongeren tot 18 jaar dat in 2024 te maken had met jeugdreclassering is 0,1%. Landelijk ligt dit percentage op 0,3% (zie grafiek 7.8).

De Jeugdbescherming en -reclassering wordt geleverd door Gecertificeerde Instellingen. Deze instellingen hebben de afgelopen jaren vanwege eisen van de inspectie gewerkt aan een Verbeterplan. De gemeente in Haaglanden hebben in dat kader extra middelen beschikbaar gesteld voor de Gecertificeerde Instellingen om de caseload (aantal casussen per medewerker) te verlagen. De raad is hier tussentijds over geïnformeerd. Verder heeft een aantal gemeente in Haaglanden de afgelopen jaren ervaringen opgedaan in het werken volgens de methode 'Beter Samenspel' om de samenwerking tussen de Gecertificeerde Instellingen en lokale teams te verbeteren.

Inwoners zijn zo zelfredzaam mogelijk en participeren in de samenleving

Om inwoners te ondersteunen bij hun zelfredzaamheid en participatie in de samenleving, wordt onder andere gebruik gemaakt van de Wmo. De individuele maatwerkvoorzieningen Wmo omvatten vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen, rolstoelen, huishoudelijke hulp, begeleiding, een klein deel van de persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf.

Op basis van de voorlopige cijfers uit bovenstaande grafiek (bron: CBS) leek er in 2024 een daling te zijn van 410 naar 360 Wmo-cliënten per 10.000 inwoners. De praktijk laat echter een ander beeld zien. Uit de Monitor Sociaal Domein 2023 blijkt dat het aantal Wmo cliënten per 1.000 volwassenen steeg van 42,6 in 2022 naar 45,8 in 2023. Dit is in lijn met de demografische ontwikkeling (vergrijzing) in onze gemeente. De verwachting is dan ook dat deze stijgende lijn zich in 2024 doorzet. De definitieve cijfers over 2024 zijn echter nog niet beschikbaar.

Structureel verwachten we een toename van het aantal voorzieningen, omdat de doelgroep 75-plus in het komend decennium met gemiddeld 8 à 9% per jaar groeit. Naast een toename van het aantal hulpvragen, zien we ook dat deze complexer worden. Dit komt omdat inwoners langer en vaker thuis wonen, waar zij eerder opgenomen werden in verpleeghuizen, instellingen en ziekenhuizen. Verder zien we dat de tarieven onder druk staan, door afspraken over loonstijging die in de cao's worden gemaakt, de gespannen marktsituatie en de hoge inflatie. Door bovenstaande oorzaken, is er binnen de Wmo opnieuw een kostenstijging te zien. Dit wordt meegenomen in het nieuwe interventieplan kostenbeheersing sociaal domein.

Ook stelt de bovengenoemde ontwikkeling eisen aan de zorginfrastructuur. Om de effectiviteit te vergroten en om preventiever te kunnen werken, is ketensamenwerking rond de thema's financiële zelfredzaamheid en mantelzorg en gezonde leefstijl en dementie vormgegeven. In 2023 hebben wij samen met zorgverzekeraar DSW en de regio Westland, Schieland, Delfland (WSD) het Regionaal Integraal Gezondheidsakkoord (RIGA) getekend. Dit akkoord valt onder het landelijke Integraal Zorgakkoord (IZA) en vormt de basis voor regionale samenwerking rondom preventie, gezondheid, zorg en ondersteuning. In 2024 is deze amenwerking verder vorm gegeven voor de komende jaren. Het RIGA, het IZA en de brede SPUK (zie voor uitgebreide beschrijving in programma 6) vullen elkaar aan.

Per 1 januari 2024 kopen wij de Wmo begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf gezamenlijk in met de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk en Westland (H5). Tot deze datum is zorg ingekocht via de H6. Het jaar 2024 is gebruikt als overgangsjaar. In 2024 hebben alle inwoners met een maatwerkvoorziening begeleiding, dagbesteding en/of kortdurend verblijf een nieuwe indicatie ontvangen. Dit is soepel verlopen.

Ondanks de grotere vraag naar maatwerkvoorzieningen Wmo, blijft het aantal inwoners met een maatwerkvoorziening laag ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit komt doordat wij een relatief jonge bevolking hebben. Ook zien we dat een deel van de hulpvragen in het collectieve aanbod wordt opgevangen.

Geëscaleerde zorg 18+

Vanaf 1 januari 2026 is onze gemeente (financieel) verantwoordelijk voor Beschermd Wonen. Ook wel de doordecentralisatie van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis genoemd. De overheveling van taken en financiën gebeurt stapsgewijs in een periode tot 2030. Met de doorcentralisatie krijgen we meer mogelijkheden om de ondersteuning aan te sluiten op onze lokale zorginfrastructuur. Naast de doordecentralisatie van verantwoordelijkheden en middelen vindt er een inhoudelijke transformatie plaats.

De regionale en lokale ambities zijn opgenomen in de uitvoeringsagenda. Vanuit deze agenda wordt gewerkt om inwoners zo goed mogelijk, zo lang mogelijk en weer zo snel mogelijk thuis te laten wonen, met passende ondersteuning. Per 1 januari 2024 is er een dekkend en bovenal divers aanbod voor onze inwoners.

In september 2024 is gestart met de voorbereidingen voor het decentraliseren van de lokale toegang tot beschermd wonen en beschermd thuis. Ook zijn de voorbereidingen gestart voor het verdelen van de financiële middelen vanuit de centrumgemeente vanaf 1 januari 2026 en de (juridische) samenwerkingsvorm tussen de centrumgemeente en de andere gemeenten uit de DWO-regio.